Van onze advocaat verdeling erfenis. De Rechtbank Limburg heeft op 11 oktober 2018 uitspraak gedaan over het verlies van de rechtsbescherming van de beneficiaire aanvaarding

Voordat de erfgenaam de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard heeft hij de partiële verdeling ontvangen en behouden en daarmee zich als zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedragen. Hierdoor komt aan de daarna gedane beneficiaire aanvaarding niet de betekenis toe die de wetgever heeft bedoeld voor een beneficiaire aanvaarding en komt de erfgenaam niet de rechtsbescherming toe die in beginsel voor een erfgenaam voortvloeit uit een beneficiaire aanvaarding.

Uit het verzoekschrift en de bijlagen blijkt het volgende.

Op 13 april 2000 is de erflaatster overleden te Maastricht, laatstelijk gewoond hebbend te Maastricht.

Bij akte van 12 juni 2018 heeft verzoeker de nalatenschap van de erflaatster beneficiair aanvaard en de kantonrechter bij schrijven, ter griffie ontvangen op 18 juli 2018, een boedelbeschrijving voorzien van bijlagen aangeleverd.

Beneficiaire of zuivere aanvaarding? Rechtsgevolgen van aanvaarden van partiële verdeling. Heeft de erfgenaam de rechtsbescherming van de beneficiaire aanvaarding verloren?

De rechter oordeelt als volgt.

Gelet op het feit dat er meer dan 18 jaar zijn verstreken tussen het moment van overlijden van de erflaatster en het moment dat verzoeker de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard en gelet op de inhoud van de aangeleverde boedelbeschrijving en de bijlagen bestond er voor de kantonrechter aanleiding voormelde mondelinge behandeling te gelasten.

Uit het verhandelde ter mondelinge behandeling constateerde de kantonrechter dat de (door een of meerdere erfgenamen) aangezochte notaris de nalatenschap partieel heeft verdeeld onder de erfgenamen, waaronder verzoeker.

Aangezien verzoeker die partiële verdeling heeft erkend en gesteld noch anderszins aannemelijk heeft gemaakt dat hij dat deel onder protest heeft behouden of heeft teruggestort, kan niet anders geconcludeerd worden dan dat verzoeker dat deel van de nalatenschap zonder daaraan te stellen voorwaarden heeft behouden.

Dat betekent dat verzoeker zich daarmee ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als zuiver aanvaard hebbende erfgenaam heeft gedragen.

Verzoeker heeft niets gesteld dat tot een ander oordeel kan leiden.

In het verlengde hiervan komt aan de verklaring van verzoeker op 12 juni 2018 ter zake de beneficiaire aanvaarding niet de betekenis toe die de wetgever heeft bedoeld voor een beneficiaire aanvaarding.

Om die reden komt verzoeker niet de rechtsbescherming toe die in beginsel voor een erfgenaam voortvloeit uit een beneficiaire aanvaarding.

Dat verzoeker de hoogte van het deel dat hij partieel heeft verkregen thans betwist omdat er volgens hem is gefraudeerd, maakt het voorgaande niet anders.

Met inachtneming van het vorenoverwogene en het behartigen van de belangen van de schuldeisers van de onderwerpelijke nalatenschap zal de kantonrechter de griffier gelasten om in het boedelregister de aantekening “ongeldige akte vanwege zuivere aanvaarding” in te schrijven.

Verzoeker vraagt ter mondelinge behandeling de erfgenamen te veroordelen tot het afgeven c.q. ter inzage leggen van de bankafschriften van de erflaatster vanaf 1 januari 1998 tot 11 mei 1999. Dit verzoek zal worden afgewezen aangezien de wet daarvoor een andere rechtsingang voorschrijft.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag over de vereffening en verdeling van een erfenis, over beneficiaire of zuivere aanvaarding of over de mogelijkheid van een partiële verdeling van een erfenis, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.