Hieronder heeft onze advocaat ondernemingsrecht de grote lijn van het contractenrecht opgenomen. Als u meer informatie wilt of tips of arresten over contractenrecht dan kunt deze hier zien bij onze aparte website ondernemingsrecht. Als u informatie wilt over een distributieovereenkomst, geheimhoudingsovereenkomst of een samenwerkingsovereenkomst, dan kunt u op deze woorden klikken en wordt u doorgeleid naar onze aparte pagina’s over deze onderwerpen. U kunt ons ook direct bellen: 020-3980150.

Algemene voorwaarden

Uiteraard zijn in het contractenrecht algemene voorwaarden zeer belangrijk geworden. Algemene voorwaarden zijn ‘een of meer bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen, met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd’.

Uit de artikelen 6: 233 en 234 BW blijkt dat u de algemene voorwaarden ‘ter hand moet stellen’ van uw contractspartij. Een beetje juridisch taalgebruik: u moet de algemene voorwaarden gewoon geven aan de andere partij en dat moet u ook kunnen bewijzen. Hoe gaat dat dan als u via een website verkoopt? Het beste is dan de algemene voorwaarden met een e-mail mee te sturen en te vragen om bevestiging. Eventueel kan het door het plaatsen van een pdf-bestand op uw website, zodat deze toegankelijk zijn voor uw contractspartij.

Als u handelt met een consument dan moet u goed de lijst van artikel 6: 236 BW (de zogenaamde zwarte lijst) lezen, want de daarin genoemde algemene voorwaarden (bijvoorbeeld ontnemen van recht om prestatie op te eisen) worden als onredelijk bezwarend beschouwd. De algemene voorwaarden van de grijze lijst van artikel 6: 236 BW bevat algemene voorwaarden die onredelijk bezwarend worden vermoed, maar u mag tegenbewijs leveren. Klik hier als een vraag heeft over algemene voorwaarden.

Contracten en wanprestatie

Een geleverde zaak moet aan de overeenkomst beantwoorden (conformiteit). Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn.

De overeenkomst kan op grond van wanprestatie worden ontbonden. Als gevolg van de ontbinding ontstaan verbintenissen tot het ongedaan maken van de geleverde prestaties. De koper heeft het recht op terugbetaling van de door hem betaalde koopprijs maar is tevens verplicht tot teruglevering van de gekochte goederen. Een wanprestatie kan ook door een aandeelhouder worden gepleegd door de aandeelhouderovereenkomst niet na te komen.

Als er sprake is van wanprestatie kan de schuldeiser kiezen uit het vorderen van nakoming van de overeenkomst, ontbinding van het contract of schadevergoeding. Klik hier als u een vraag aan onze ondernemingsrecht advocaat heeft over wanprestatie.

Ingebrekestelling

Als advocaat zien wij helaas nog vaak dat klanten vergeten de tegenpartij in gebreke te stellen. Uiteraard herstellen wij dat voor onze klant, maar het is goed om te beseffen dat de wederpartij bijna altijd in gebreke moet worden gesteld. Artikel 6: 82 BW bepaalt dat in gebreke wordt gesteld door een schriftelijke aanmaning waarbij de wederpartij een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld en de nakoming binnen deze termijn uitblijft. Het is belangrijk dat u later kunt bewijzen dat de wederpartij in gebreke is gesteld door middel van bijvoorbeeld een aangetekende brief of via een deurwaarder.

Verzuim: ingebrekestelling

Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding van een wederkerige overeenkomst pas wanneer de schuldenaar in verzuim is (artikel 6:265 lid 2 BW). Ook voor toewijzing van een vordering tot schadevergoeding is vereist dat de schuldenaar in verzuim is (artikel 6:74 lid 2 BW). Het verzuim treedt in wanneer de schuldenaar in gebreke is gesteld door middel van een schriftelijke aanmaning, waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld, en nakoming binnen deze termijn uitblijft (artikel 6:82 lid 1 BW). Wij kunnen als advocaat ondernemingsrecht u helpen met het opstellen van een ingebrekestelling. Bel ons: 020-3980150.

Wat is een ingebrekestelling?

Artikel 6:82 lid 1 BW stelt dus voor het intreden van het verzuim als hoofdregel de eis dat sprake moet zijn van een ingebrekestelling. De ingebrekestelling is een schriftelijke verklaring van de schuldeiser aan zijn wederpartij, inhoudend een aanmaning (sommatie, aanzegging) om binnen een redelijke, in de verklaring vermelde termijn, te presteren.  Onder een schriftelijke aanmaning kan ook een ingebrekestelling bij deurwaardersexploot worden begrepen (artikel 3:37 lid 2 BW juncto artikel 45 Rv). De ingebrekestelling kan in combinatie met andere verklaringen worden uitgebracht, zoals in combinatie met een dagvaarding. Een ingebrekestelling kan ook worden gecombineerd met een ontbindingsverklaring langs de weg van artikel 6:267 BW. Uiteraard kan onze advocaat contractenrecht u daarbij bijstaan.

Geen ingebrekestelling nodig

Artikel 6:83 BW noemt drie gevallen waarin het verzuim intreedt zonder een ingebrekestelling. Daartoe behoort de situatie, in dat artikellid genoemd onder c: wanneer de schuldeiser uit een mededeling van de schuldenaar moet afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis zal tekortschieten. De opsomming in artikel 6:83 BW is niet limitatief. In de eerste plaats bestaan elders in de wet geregelde gevallen waarin geen ingebrekestelling nodig is. In de tweede plaats kunnen er gevallen zijn waarin op grond van de rechtshandeling (bijvoorbeeld een beding in de overeenkomst) of op grond van de gewoonte geen ingebrekestelling nodig is. In de derde plaats zijn in de rechtspraak gevallen erkend waarin op grond van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid verzuim van de schuldenaar kan worden aangenomen zonder een schriftelijke ingebrekestelling. Ten slotte geldt ook hier de regel, dat onder omstandigheden een beroep op het ontbreken van een ingebrekestelling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn.

Artikel 6:83 BW houdt dus geen limitatieve opsomming van gevallen in waarin geen ingebrekestelling is vereist.  In de vakliteratuur worden, naast opzettelijke niet behoorlijke nakoming, als voorbeelden van situaties waarin op grond van de redelijkheid en billijkheid geen ingebrekestelling is vereist, genoemd: vruchteloze herstelpogingen door de schuldenaar of indien uit de ernst van de tekortkoming of anderszins blijkt van grote onkunde van de schuldenaar. Stel hier uw vraag via het contactformulier.

De klachtplicht: artikel 6: 89 BW

In onze dagelijkse praktijk als advocaat ondernemingsrecht kunnen wij steeds meer zaken winnen met een beroep op de klachtplicht. Wat is nu die klachtplicht? Artikel 6:89 BW houdt in dat de schuldeiser op een gebrek in de prestatie geen beroep meer kan doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken, bij de schuldenaar ter zake heeft geprotesteerd. Blijkens de wetsgeschiedenis berust deze bepaling op de gedachte dat een schuldenaar erop moet kunnen rekenen dat de schuldeiser met bekwame spoed onderzoekt of de prestatie aan de verbintenis beantwoordt en dat deze, indien dit niet het geval blijkt te zijn, zulks, eveneens met spoed, aan de schuldenaar meedeelt. Hoeveel tijd de schuldeiser voor een en ander ten dienste staat, moet naar de aard van de overeenkomst en de gebruiken worden beoordeeld. Bel ons als u hier vragen over heeft: 020-3980150.

De klachtplicht: artikel 7: 23 BW

Artikel 7:23 BW bevat voor koop een regel die vergelijkbaar is met die van artikel 6:89 BW en die dezelfde ratio kent. Artikel 7:23 lid 1, eerste zin, BW houdt in dat de koper geen beroep meer erop kan doen dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, kennis heeft gegeven. Deze bepaling beschermt de verkoper tegen te late en daardoor moeilijk te betwisten klachten, door voor de koper een korte termijn voor te schrijven om over het niet beantwoorden van de zaak aan de overeenkomst te klagen.

Klachtplicht: jurisprudentie Hoge Raad

Volgens de rechtspraak van de Hoge Raad kan de vraag of de koper binnen de bekwame tijd als bedoeld in artikel 7:23 lid 1 BW heeft gereclameerd over gebreken aan de afgeleverde zaak, niet in algemene zin worden beantwoord. In de in de eerste zin van die bepaling geregelde gevallen dient de koper  ter beantwoording van de vraag of de hem afgeleverde zaak aan de overeenkomst beantwoordt het in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van hem te verwachten onderzoek te verrichten en binnen bekwame tijd nadat hij heeft ontdekt of bij een dergelijk onderzoek had behoren te ontdekken dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt, hiervan kennis te geven aan de verkoper. De lengte van de termijn die beschikbaar is voor het bedoelde onderzoek is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij onder meer van belang zijn de aard en waarneembaarheid van het gebrek, de wijze waarop dit aan het licht treedt, en de deskundigheid van de koper. Een vaste termijn kan daarbij niet worden gehanteerd, ook niet als uitgangspunt. Stel hier uw vraag aan onze advocaat contractenrecht over de termijn van de klachtplicht.

Klachtplicht: wat is van belang volgens de Hoge Raad?

Voorts heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de klachtplicht van de koper niet los kan worden gezien van de aard van de gekochte zaak en de overige omstandigheden, omdat daarvan afhankelijk is wat de koper kan en moet doen om een eventueel gebrek op het spoor te komen en aan de verkoper mededeling te doen van een met voldoende mate van waarschijnlijkheid vastgestelde tekortkoming. Naarmate de koper op grond van de inhoud van de koopovereenkomst en de verdere omstandigheden van het geval sterker erop mag vertrouwen dat de zaak beantwoordt aan de overeenkomst, zal van hem minder snel een (voortvarend) onderzoek mogen worden verwacht, omdat de koper in het algemeen mag afgaan op de juistheid van de hem in dit verband door de verkoper gedane mededelingen, zeker als die mogen worden opgevat als geruststellende verklaringen omtrent de aan- of afwezigheid van bepaalde eigenschappen van de gekochte zaak. Wij kunnen u als advocaat ondernemingsrecht helpen met het vinden van argumenten voor of tegen de klachtplicht.

Bij de beantwoording van de vraag of tijdig is geklaagd op de voet van artikel 6:89 BW is ook van belang of de schuldenaar nadeel lijdt door het late tijdstip waarop de schuldeiser heeft geklaagd. In dit verband dient de rechter rekening te houden met enerzijds het voor de schuldeiser ingrijpende rechtsgevolg van het te laat protesteren zoals in artikel 6:89 BW vermeld, te weten verval van al zijn rechten ter zake van de tekortkoming, en anderzijds de concrete belangen waarin de schuldenaar is geschaad door het late tijdstip waarop dat protest is gedaan, zoals een benadeling in zijn bewijspositie of een aantasting van zijn mogelijkheden de gevolgen van de gestelde tekortkoming te beperken. De tijd die is verstreken tussen het tijdstip dat bekendheid met het gebrek bestaat of redelijkerwijs diende te bestaan, en dat van het protest, vormt in die beoordeling weliswaar een belangrijke factor, maar is niet doorslaggevend.

Klik hier als u hulp nodig heeft van onze advocaat contractenrecht bij een ingebrekestelling.

Schadevergoeding

De wet geeft u een aantal mogelijkheden voor schadevergoeding. Zo bepaalt artikel 6: 96 BW dat schadevergoeding zowel het geleden verlies als de gederfde winst omvat. Daarbij kunt u de kosten van een advocaat vóór een procedure claimen (zogenaamde buitengerechtelijke incassokosten). Wij informeren u graag hierover. De rechter heeft veel ruimte bij het begroten van de schade, dus het is belangrijk een rechter te overtuigen van de verschillende schadeposten die u wilt opvoeren. Lees hier hoe een procedure verloopt. Wij hebben hier veel ervaring mee. Daarbij moet u uiteraard niet vergeten de wettelijke rente in rekening te brengen. Heeft u schade geleden, bijvoorbeeld door een bedrijfsovername, bel ons: 020-3980150.

Schadeberekening

De omvang van de schade die moet worden vergoed door de partij wier tekortkoming een grond voor ontbinding van een overeenkomst heeft opgeleverd, dient te worden vastgesteld door met elkaar in vergelijking te brengen, enerzijds, de hypothetische situatie waarin de wederpartij zou hebben verkeerd bij een in alle opzichten onberispelijke wederzijdse nakoming en, anderzijds, de feitelijke situatie waarin de wederpartij na ontbinding van de overeenkomst verkeert. De regel van artikel 6:97 BW beoogt de rechter een ruime armslag te geven bij schadebegroting  en strekt er tevens toe dat hierbij een geringere motiveringsplicht geldt dan overigens het geval is. Onze advocaat contractenrecht kan u helpen met een zo hoog mogelijke berekening van uw schade.

Schadeberekening: grote vrijheid rechter

Blijkens de Parlementaire Geschiedenis is de huidige regeling mede bedoeld om een wettelijke basis te bieden aan abstracte en andere wijzen van schadebegroting.  Bij het begroten van schade op de voet van artikel 6:97 BW komt de rechter dus een grote vrijheid toe. Hij begroot de schade op de wijze die naar zijn inzicht het meest bij de aard van de schade past, hij hoeft de gewone regels inzake stelplicht en bewijslast niet toe te passen en  hij kan, wanneer de schade niet nauwkeurig vast te stellen blijkt, deze bij schatting bepalen. Anders gezegd, bij het begroten van schade heeft de rechter behoorlijk wat ruimte om op basis van eigen inzicht en goeddunken te bepalen hoe hij de omvang van de schade zal vaststellen.

Schadevergoeding: vergelijking voor en na schadevoorval

Het bepalen van de te vergoeden vermogensschade geschiedt dus vaak binnen het kader van een vergelijking van de situatie vóór het schadevoorval met de situatie daarna op de voet van hoe deze laatste situatie zou zijn geweest zonder het schadevoorval. Het bepalen of begroten van de te vergoeden schade voert de rechter krachtens artikel 6:97 BW uit op de wijze die het meest met de aard ervan overeenstemt. Het uitgangspunt is om op basis van genoemde vergelijking tot een zo volledig mogelijke vergoeding van de werkelijk geleden schade te komen. Onze ondernemingsrecht advocaat kan u helpen met deze vergelijking, bijvoorbeeld als u als aandeelhouder schade heeft geleden.

Dit uitgangspunt brengt mee dat in vergaande mate rekening wordt gehouden met de omstandigheden van het individuele geval. Verder is het ingevolge van het artikel 6:97 BW aan de rechter om aan de abstracte schadevaststelling toepassing te geven en ter zake beleid te ontwikkelen. Daarbij dient hij de aard van de schade in aanmerking te nemen maar verder ook de doelmatigheid van de schadeafwikkeling (het vermijden van tijdverlies en kosten door het hanteren van een eenvoudige maatstaf) en de redelijkheid.

Klik hier als u vragen heeft aan onze advocaat overeenkomsten over schadevergoeding en stel uw vraag via het contactformulier.