Agentuurovereenkomst
Een agentuurovereenkomst is de overeenkomst waarbij een principaal, de verkoper van producten met een (handels)agent overeenkomt dat deze handelsagent tegen een bepaalde vergoeding zal bemiddelen bij de overeenkomsten van de producten. Vaak is de vergoeding een deel van de omzet van de principaal. Voordat u een keuze maakt tussen een arbeidsovereenkomst of een agentuurovereenkomst raden wij u aan advies bij ons te vragen. U moet immers ook rekening houden (bij de berekening van uw kosten) met de vergoeding bij beëindiging van de agentuurovereenkomst. Als u een vraag heeft over een agentuurovereenkomst stel die dan hier aan onze advocaat ondernemingsrecht of bel: 020-3980150.
De agentuurovereenkomst in het ondernemingsrecht
De agentuurovereenkomst is dus een overeenkomst waarbij de ene partij, de principaal, aan de andere partij, de handelsagent, opdraagt, en deze zich verbindt, voor een bepaalde of een onbepaalde tijd en tegen beloning bij de totstandkoming van overeenkomsten bemiddeling te verlenen, en deze eventueel op naam en voor rekening van de principaal te sluiten zonder aan deze ondergeschikt te zijn (artikel 7:428 lid 1 BW). Uit deze bepaling, meer in het bijzonder uit het gebruik van het woord eventueel, volgt dat de agent zich verbindt te bemiddelen bij de totstandkoming van overeenkomsten en dat de agentuurovereenkomst kan inhouden dat de agent verplicht en bevoegd is de door hem voorbereide transacties in naam en voor rekening van de principaal af te sluiten.
Met andere woorden, in het kader van de agentuurovereenkomst kan hetzij de principaal na bemiddeling door de handelsagent op eigen naam een overeenkomst sluiten, hetzij de handelsagent op naam van de principaal. Dit betekent dat de handelsagent niet in eigen naam en voor eigen rekening en risico handelt, maar, eventueel, overeenkomsten sluit op naam en voor rekening van de principaal. Wij hebben jarenlange ervaring met het tot stand brengen of beëindigen van agentuurovereenkomsten. Wij als advocaat contractenrecht helpen u snel verder, bel: 020-3980150.
De provisie en beloning bij de agentuurovereenkomst
De handelsagent heeft recht op een overeengekomen, gebruikelijke dan wel redelijke provisie voor de voorbereiding van overeenkomsten die tijdens de duur (of na het einde) van de agentuurovereenkomst tot stand zijn gekomen (artikel 7:405 lid 2 BW en zie de in artikel 7:431 BW omschreven gevallen). De wet kent geen definitie van het begrip provisie. Volgens de toelichting bij de wet wordt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 lid 2 Agentuurrichtlijn, uitgegaan van een ruim begrip van provisie en omvat dit alle elementen van de beloning die variëren naar gelang van het aantal zaken of diensten of de waarde daarvan, betrokken bij de aangebrachte overeenkomst.
Indien de handelsagent bereid is zijn verplichtingen uit de agentuurovereenkomst na te komen of deze reeds heeft nagekomen, doch de principaal van zijn diensten geen of in aanzienlijk geringere dan als normaal te verwachten mate gebruik heeft gemaakt, zodat geen of minder provisie verschuldigd wordt, heeft de handelsagent in beginsel recht op een beloning (artikel 7:435 lid 1 BW). Bij de bepaling van deze beloning wordt rekening gehouden met het bedrag van de in de voorafgaande tijd verdiende provisie en met alle andere ter zake in acht te nemen factoren, zoals de onkosten die de handelsagent zich door het niet verrichten van werkzaamheden bespaart (artikel 7:435 lid 2 BW). Artikel 7:432 lid 2 BW bepaalt dat het beding dat het recht op provisie doet afhangen van de uitvoering van de overeenkomst uitdrukkelijk dient te worden gemaakt. Onder uitdrukkelijk moet dan worden verstaan duidelijk en ondubbelzinnig. Klik hier als u geheel vrijblijvend uw vraag wilt voorleggen over een agentuurovereenkomst aan onze advocaat voor de ondernemer.
Beëindiging van de agentuurovereenkomst
Indien de agentuurovereenkomst is aangegaan voor een onbepaalde tijd of voor een bepaalde tijd met recht van tussentijdse opzegging, is ieder der partijen bevoegd haar te doen eindigen met inachtneming van de overeengekomen of wettelijk bepaalde opzeggingstermijn (artikel 7:437 BW). Beëindiging van de overeenkomst zonder eerbiediging van haar duur of zonder inachtneming van de geldende opzegtermijn leidt tot schadeplichtigheid, tenzij sprake is van een dringende reden voor beëindiging (artikel 7:439 lid 1 BW). Bel ons als u een vraag heeft over de beëindiging van de agentuurovereenkomst: 020-3980150.
Schadevergoeding bij de beëindiging van de agentuurovereenkomst
De schadeplichtige partij is aan de wederpartij een som verschuldigd gelijk aan (in beginsel) de beloning over de tijd dat de agentuurovereenkomst bij regelmatige beëindiging had behoren voort te duren. Voor de vaststelling van deze som wordt rekening gehouden met de in de voorafgaande tijd verdiende provisie en met alle andere ter zake in acht te nemen factoren (artikel 7:441 lid 1 BW). Daaronder kunnen worden begrepen de onkosten die de handelsagent zich door het niet verrichten van de werkzaamheden bespaart. Wij kunnen als advocaat ondernemingsrecht u met de schadevergoeding helpen, bel: 020-3980150.
Hoogte schadevergoeding bij beëindiging agentuurovereenkomst
Uit artikel 7:441BW volgt dat de partij die krachtens artikel 7:439 BW schadeplichtig is, aan de wederpartij een som verschuldigd is gelijk aan de beloning over de tijd dat de agentuurovereenkomst bij regelmatige beëindiging had behoren voort te duren. Artikel 7:439 BW bepaalt dat een partij die de overeenkomst beëindigt zonder eerbiediging van haar duur of zonder eerbiediging van de wettelijke of overeengekomen opzeggingstermijn schadeplichtig is, tenzij zij de overeenkomst doet beëindigen om een dringende, aan de wederpartij onverwijld medegedeelde reden. Ingevolge artikel 7:445 BW kan door partijen van deze bepaling niet worden afgeweken.
Uit het bepaalde in artikel 7:437, lid 1 BW volgt, dat een overeenkomst voor bepaalde tijd met een tussentijdse opzegmogelijkheid wel mogelijk is, maar dat in dat geval de partij die de overeenkomst doet eindigen dat moet doen met inachtneming van de overeengekomen opzegtermijn. Bij de beëindiging van een agentuurovereenkomst kan de handelsagent in bepaalde gevallen recht hebben op een goodwillvergoeding (klantenvergoeding). Als u een vraag heeft over een managementovereenkomst stel die dan hier aan onze advocaat contractenrecht.
De klantenvergoeding bij de agentuurovereenkomst
Het recht op een zogenoemde klantenvergoeding is vastgelegd in artikel 7:442 BW. Ongeacht het recht om schadevergoeding te vorderen heeft de handelsagent bij het einde van de agentuurovereenkomst recht op een vergoeding van de opgebouwde goodwill voor zover hij de principaal nieuwe klanten heeft aangebracht of de overeenkomsten met de bestaande klanten aanmerkelijk heeft uitgebreid en de overeenkomsten met deze klanten de principaal nog aanzienlijke voordelen opleveren, en de betaling van deze vergoeding billijk is, gelet op alle omstandigheden, in het bijzonder op de verloren provisie uit de overeenkomsten met deze klanten.
De hoogte van de klantenvergoeding bij de agentuurovereenkomst
Het bedrag van de vergoeding is niet hoger is dan dat van de beloning van één jaar, berekend naar het gemiddelde van de laatste vijf jaren of, indien de overeenkomst korter heeft geduurd, naar het gemiddelde van de gehele duur daarvan. Vóór het einde van de agentuurovereenkomst kan niet ten nadele van de handelsagent van deze bepaling worden afgeweken (artikel 7:445 lid 2 BW). Wij kunnen u als advocaat van de ondernemer helpen.
Het recht op een klantenvergoeding : goodwill
Het recht op een klantenvergoeding is onderworpen aan twee cumulatieve eisen. Het eerste vereiste is dat de handelsagent nieuwe klanten aangebracht heeft of de overeenkomsten met bestaande klanten aanmerkelijk heeft uitgebreid en dat de overeenkomsten met deze klanten de principaal nog aanzienlijke voordelen opleveren. Dit laatste vergt dat een prognose wordt gemaakt over toekomstige ontwikkelingen van de onderneming van de principaal, waarbij allerlei factoren een rol spelen (economische recessie, de soort van de verhandelde goederen, het meenemen van klanten door de vertrekkende handelsagent, doorbetaling van provisie na het einde van de agentuurovereenkomst, kosten ter instandhouding van de bestaande relaties, verlies van klanten zonder dat dit aan de ondernemer is toe te rekenen, staking van het bedrijf of stillegging van een productietak).
Het recht op een klantenvergoeding : redelijkheid en billijkheid
Het tweede cumulatieve vereiste is dat de betaling van de klantenvergoeding billijk is gelet op alle omstandigheden. Als één van de omstandigheden die in ieder geval in aanmerking moeten worden genomen, noemt de wet de verloren provisie. Daarnaast vallen te noemen de redenen die tot het einde van de agentuurovereenkomst hebben geleid, de duur van de agentuurovereenkomst , de hoogte van de provisie, het al of niet toepasselijk zijn van het concurrentiebeding van artikel 7:443 BW, de rechtsvorm van de handelsagentuur en de financiële situatie van de agent en die van de principaal. Als advocaat ondernemingsrecht kunnen wij u over alle aspecten van duurovereenkomsten adviseren en deze voor u opstellen of voor u beëindigen. Wij helpen u als advocaat ondernemingsrecht altijd graag verder.
Stel hier uw vraag over een agentuurovereenkomst aan onze advocaat contractenrecht.