Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 30 november 2021 uitspraak gedaan over de vraag of er gronden waren tot het instellen van een beschermingsbewind.

Ter beoordeling aan het hof ligt allereerst voor of ten tijde van de bestreden beschikking gronden voor het bewind aanwezig waren en of deze thans (nog) aanwezig zijn.

Ingevolge artikel 1:431 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de kantonrechter, indien een meerderjarige tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand, dan wel verkwisting of het hebben van problematische schulden, een bewind instellen over één of meer van de goederen, die hem als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren.

Erfrecht. Bewind. Beschermingsbewind. Gronden voor instellen van bewind. Vermogensrechtelijke belangen. Maatstaf. Toetsing. Voorkeur rechthebbende bij benoeming van bewindvoerder.

De rechter overweegt als volgt.

Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is het volgende gebleken. De rechthebbende is thans 82 jaar oud.

Hij heeft nauwelijks contact meer met zijn familie en heeft, behoudens vrouw  A en haar Thaise vriendin(nen), geen netwerk.

Zijn fysieke en geestelijke toestand is kwetsbaar, zo blijkt onder andere uit de overgelegde brieven van de (voorheen) betrokken ouderenadviseur van M van 20 november 2020 en 8 maart 2021 en uit het rapport van Veilig Thuis van 6 november 2021.

De rechthebbende heeft in juli 2020 een koopovereenkomst gesloten met een derde ter zake de verkoop van zijn woning voor een bedrag van € 185.000,-, een bedrag lager dan de WOZ-waarde van destijds.

In de bijbehorende concept leveringsakte was opgenomen dat de waarde van het verkochte niet gelijk is aan de koopprijs en dat de grondslag voor de overdrachtsbelasting € 225.000,- bedraagt.

Gelet hierop is aannemelijk dat de marktwaarde van de woning aanzienlijk hoger lag dan de overeengekomen koopprijs.

Daarnaast verkeerde de rechthebbende in de veronderstelling dat hij tot 30 december 2020 kostenvrij in de woning kon blijven wonen, terwijl uit het addendum bij de koopovereenkomst blijkt dat hij in ruil voor het woongenot de hypotheekkosten diende te compenseren.

De rechthebbende heeft ter zitting in hoger beroep hierover verklaard dat zijn bril kapot was en hij niet kon lezen wat er in het addendum stond.

Desondanks heeft hij het document ondertekend.

Om te voorkomen dat de rechthebbende dakloos zou worden, is de verkoop door tussenkomst van de familie van de rechthebbende, de bewindvoerder en de rechter ongedaan gemaakt.

Het hof acht voldoende aannemelijk dat het voornemen van de rechthebbende om naar Thailand te emigreren samen met vrouw A niet realistisch was, alleen al gelet op de uitbraak van het coronavirus.

Daarnaast lijkt de rechthebbende zich geen rekenschap te hebben gegeven van de door verweerster opgevoerde bezwaren dat hij gelet op zijn leeftijd geen ziektekostenverzekering kan afsluiten in Thailand en dat hij als buitenlander geen onroerend goed in Thailand kan kopen.

Voorts heeft de bewindvoerder verklaard dat de financiën van de rechthebbende bij de aanvang van het bewind niet op orde waren.

Anders dan de rechthebbende deed voorkomen, had hij geen spaargeld meer.

Daarnaast is gebleken dat de rechthebbende in het jaar 2018 diverse keren grote contante bedragen van zijn rekening heeft opgenomen en dat hij in dat jaar in totaal circa € 52.000,- heeft uitgegeven.

De bewindvoerder heeft een reconstructie gemaakt, waaruit volgt dat de besteding van een bedrag van circa € 30.000,- onduidelijk blijft.

Vrouw A heeft aangegeven dat zij in totaal ongeveer eenzelfde bedrag van de rechthebbende heeft gekregen, hetgeen blijkt uit het rapport van Veilig Thuis van 6 november 2021.

Hoewel de rechthebbende ontkent dat hij dit bedrag aan vrouw A heeft gegeven, heeft hij naar het oordeel van het hof geen afdoende verklaring gegeven waaraan deze gelden dan wel zijn besteed.

Het bedrag is te groot om niet te kunnen verantwoorden waaraan dit is besteed.

Op grond van het voorgaande komt het hof tot de conclusie dat de rechthebbende ten tijde van de bestreden beschikking, en ook thans nog, niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand.

De bestreden beschikking zal in zoverre worden bekrachtigd.

Ten aanzien van de persoon van de bewindvoerder overweegt het hof als volgt.

De rechthebbende heeft zowel in zijn beroepschrift als ter zitting aangegeven te twijfelen over de onafhankelijkheid van de bewindvoerder en geen vertrouwen in hem te hebben, mede gelet op het proces rondom de ongedaanmaking van de verkoop van zijn woning.

De rechthebbende heeft verzocht een professionele bewindvoerder te benoemen en in dit kader X Adviesgroep te B ter zitting voorgedragen als opvolgend bewindvoerder.

Op grond van artikel 1:435, lid 3, BW volgt de rechter bij de benoeming van een bewindvoerder de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende, tenzij gegronde redenen zich tegen een zodanige benoeming verzetten.

Niet gebleken is dat hiervan sprake is.

De verweerster heeft ter zitting verklaard geen bezwaar te hebben tegen benoeming van een professionele bewindvoerder en ook de bewindvoerder heeft hiertegen geen verweer gevoerd.

Gelet hierop zal het hof, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre, X Adviesgroep te A tot opvolgend bewindvoerder benoemen met ontslag van de huidige bewindvoerder, waarbij in aanmerking wordt genomen dat het hof na de mondelinge behandeling een bereidverklaring van de opvolgend bewindvoerder heeft ontvangen, zoals hierboven is opgenomen.

Om de overdracht van het beschermingsbewind adequaat te laten verlopen, zal het hof het ontslag van de huidige bewindvoerder en de benoeming van de opvolgend bewindvoerder laten ingaan op 14 december 2021.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis  over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, of over bewind en bewindvoering, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.