Het Gerechtshof Amsterdam heeft op enige tijd geleden uitspraak gedaan over de vraag of de vereffenaar in een nalatenschap tekort was geschoten in de uitoefening van zijn taak.

Een vereffenaar heeft tot taak de nalatenschap als een goed vereffenaar te beheren en te vereffenen (art. 4:211 lid 1 BW).

Als onderdeel van deze algemene taak dient een erfgenaam-vereffenaar onder meer een boedelbeschrijving op te maken of te doen opmaken (art. 4:211 lid 3 BW), schuldeisers op te roepen (art. 4:21 lid 2 BW), vorderingen te voldoen en (zo nodig) boedelgoederen te gelde te maken (art. 4:215 BW).

Erfrecht. Vereffening. Is de vereffenaar tekort geschoten in zijn taak? Informatieverstrekking van de vereffenaar over de legitieme. Giften Benoeming van een opvolgend vereffenaar.

De rechter oordeelt als volgt.

Op grond van hetgeen partijen over en weer hebben aangevoerd, staat als niet, althans onvoldoende weersproken vast dat verweerster als vereffenaar nog geen boedelbeschrijving heeft opgesteld, althans dat de, vooralsnog voorlopige, boedelbeschrijving niet met bekwame spoed is opgemaakt en onvolledig is.

Zo zijn in de boedelbeschrijving niet de volledige saldi van de verschillende tot de nalatenschap behorende bankrekeningen opgenomen en wordt in de boedelbeschrijving geen melding gemaakt van de juiste hoogte van de vorderingen van de legitimarissen.

Ook bestaat onduidelijkheid over de omvang en daarmee de waarde van de inboedel van de woning van de erflaatster.

Verweerster heeft de woning van de erflaatster kort na het overlijden van de erflaatster ontruimd en gesteld noch gebleken is dat zij een opgave van de waarde van de inboedel heeft gemaakt.

Aldus heeft zij geen openheid van zaken gegeven en is niet vast te stellen of de boedelbeschrijving op dit punt, bijvoorbeeld voor wat betreft de waarde van de in de woning aanwezige schilderen van de erflaatster, volledig is.

Evenmin is voldoende inzicht verstrekt in de al dan niet meer aanwezige leningen van erflaatster aan verweerster en de (na eventuele aflossingen resterende) hoogte daarvan.

Vaststaat verder dat nog geen aangifte erfbelasting is gedaan.

Verweerster heeft weliswaar gesteld dat een door haar ingeschakelde fiscalist uitstel heeft gevraagd en verkregen, maar zij heeft deze stelling niet met concrete, voor bewijs vatbare feiten of omstandigheden onderbouwd.

Gelet hierop en nu zij ook niet heeft weersproken dat Y van de belastingdienst nog boetes wegens het niet doen van aangifte, en aanmaningen om aangifte te doen heeft ontvangen, kan haar enkele stelling dat uitstel is verkregen, niet slagen.

Als onvoldoende weersproken moet voorts worden aangenomen dat verweerster zich voor het vaststellen van de legitieme portie van verzoekers niet op de juiste uitgangspunten baseert en dat tot op heden niet kan worden vastgesteld of zij daarbij al dan niet alle aan haar gedane, in aanmerking te nemen giften betrekt.

Indien en voor zover verweerster zich op het standpunt stelt dat de aan haar gedane giften niet in aanmerking hoeven te worden genomen voor het berekenen van de legitimaire massa omdat deze krachtens het testament niet hoeven te worden ingebracht, berust dit op een verkeerd uitgangspunt.

De omstandigheid dat verweerster is vrijgesteld van de verplichting de aan haar gedane giften in de nalatenschap in te brengen, leidt ertoe dat de waarde van de aan haar gedane giften niet op haar aandeel in de nalatenschap in mindering wordt gebracht.

Dit laat evenwel onverlet dat de legitieme portie wordt berekend over de waarde van de goederen van de nalatenschap, vermeerderd met de bij deze berekening in aanmerking te nemen giften.

Teneinde te kunnen beoordelen of giften al dan niet behoren tot de in artikel 4:67 BW opgesomde giften, moeten verzoekers als legitimaris een overzicht hebben van alle schenkingen die zijn gedaan.

Verweerster heeft weliswaar betwist giften te hebben ontvangen die in aanmerking moeten worden genomen, maar hiertegenover hebben verzoekers onvoldoende weersproken gesteld dat erflaatster regelmatig voor verweerster betaalde en dat kwijtgescholden leningen eveneens schenkingen zijn.

Nu over de aanwezigheid van in aanmerking te nemen giften geen duidelijkheid bestaat, bestaat onvoldoende inzicht in de omvang van de legitimaire massa en daarmee van de hoogte van de schuld van de nalatenschap aan verzoekers als legitimarissen.

Dit valt haar te meer aan te rekeningen nu verweerster heeft gesteld dat zij bij de vereffening wordt bijgestaan door een notaris en een fiscalist.

De (mate van) betrokkenheid van deze deskundigen is echter noch gelet op het voorgaande, noch uit overgelegde gegevens gebleken, terwijl ook niet is gesteld of is gebleken dat verweerster zelf over enige deskundigheid op het gebied van de vereffening van een nalatenschap beschikt.

Verder geldt dat verweerster ervan blijk heeft gegeven niet over een voldoende inzicht in de omvang en samenstelling van de nalatenschap te beschikken.

Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep heeft verweerster desgevraagd geen, althans een onvoldoende antwoord kunnen geven op vragen naar de verschillende bankrekeningen van erflaatster.

Zo heeft zij bijvoorbeeld aangevoerd dat een bepaalde bankrekening in 2015 was opgeheven, terwijl van deze bankrekening een bankafschrift uit 2016 is overgelegd, en heeft zij geen helder inzicht kunnen geven in de gang van zaken rond het gebruik van de op naam van de erflaatster en haarzelf staande en/of-rekeningen.

Tevens heeft verweerster eerst op zitting aan de hand van meegebrachte documenten informatie over onder meer de auto en betalingen door haar moeder verstrekt, terwijl zij die eenvoudig eerder in de boedelbeschrijving had kunnen betrekken en zij heeft geen verklaring gegeven waarom zij dit alles niet heeft gedaan.

Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden tezamen, is het hof van oordeel dat verweerster in ernstige mate tekort is geschoten in haar taakvervulling als vereffenaar en ongeschikt is om de taak van vereffenaar naar behoren uit te voeren.

Het verzoek van verzoeksters een vereffenaar te benoemen zal dan ook worden toegewezen.

Deze vereffenaar treedt in de plaats van verweerster.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.