De Rechtbank Rotterdam heeft op enige tijd geleden uitspraak gedaan over de vraag of eiser ontvankelijk was in haar vordering vanwege het feit dat zij als deelgenoot, als erfgenaam, deze vordering had ingesteld tegen een andere deelgenoot, een andere erfgenaam, in de nalatenschap.

Eiseres heeft gesteld dat gedaagde voorafgaand aan het overlijden van erflaatster € 8.500,- contant heeft opgenomen van de bankrekening van erflaatster en daardoor onrechtmatig gehandeld heeft.

Gedaagde heeft betwist dat zij ten behoeve van haarzelf geld heeft opgenomen van de bankrekening van erflaatster.

Zij heeft wel een deel van de bedragen opgenomen, maar dit was in opdracht van erflaatster of in de aanwezigheid van erflaatster.

Het geld dat gedaagde contant opnam heeft zij altijd aan erflaatster gegeven, aldus gedaagde.

Erfrecht. Procesrecht. Procederen tegen een mede-erfgenaam. Onrechtmatige daad. Gemeenschap. Deelgenoten. Toetsing. Belang. Vordering ontvankelijk wegens proceseconomische redenen?

De rechter oordeelt als volgt.

De nalatenschap van erflaatster is een gemeenschap en eiseres en gedaagde zijn samen deelgenoten van deze gemeenschap.

Een deelgenoot (in dit geval eiseres) kan niet ten behoeve van de nalatenschap op de voet van artikel 3:171 BW een vordering instellen tegen een andere deelgenoot (in dit geval gedaagde) die strekt tot betaling door die andere deelgenoot van enig bedrag aan de nalatenschap (Hoge Raad, 8 september 2000, HR:2000:AA7043 en Hoge Raad, 6 april 2018, HR:2018:535).

Dit betekent dat eiseres zonder toestemming van de kantonrechter, die zij niet heeft, niet tegen gedaagde kan procederen.

Dit is met partijen besproken ter zitting en tevens is besproken dat het niet duidelijk is of de rechtbank deze bepaling ambtshalve moet toepassen.

Gedaagde heeft vervolgens ter zitting verklaard dat het niet in haar belang is om op de niet-ontvankelijkheid een beroep te doen.

De rechtbank is van oordeel dat gelet hierop in het midden kan blijven of zij ambtshalve moet beoordelen of eiseres onderhavige vordering kan instellen.

Als eiseres niet-ontvankelijk verklaard wordt, dan zal zij de kantonrechter verzoeken om toestemming te krijgen om te procederen, waartegen gedaagde dan zeer waarschijnlijk geen bezwaar zal maken.

Dit zal er derhalve alleen toe leiden dat de procedure langer duurt, terwijl partijen juist erbij gebaat zijn dat op hun geschilpunten snel beslist wordt.

Nu het niet in belang is van partijen om eiseres niet-ontvankelijk te verklaren en gedaagde daar ook geen beroep op doet, heeft de rechtbank deze zaak inhoudelijk beoordeeld en eiseres ontvankelijk geacht.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.