De Rechtbank Den Haag heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of een vereffenaar persoonlijk aansprakelijk was wegens een tekortkoming in de uitvoering van zijn taak.

Eiseres is van mening dat zij een vordering in persoon heeft op de vereffenaar, omdat de vereffenaar niet juist heeft gehandeld bij de afwikkeling van de nalatenschap van moeder.

Erfrecht. Vereffening. Persoonlijke aansprakelijkheid van de vereffenaar. Toetsingscriterium. Ernstig en verwijtbaar tekortschieten van de vereffenaar. Uitvaartkosten. Voorrang.

De rechter oordeelt als volgt.

Eiseres spreekt de vereffenaar in persoon (in privé) aan.

In de wet staat dat een erfgenaam, die de nalatenschap beneficiair heeft aanvaard, niet verplicht is een schuld van de nalatenschap uit zijn eigen vermogen te betalen tenzij :

-hij in de vervulling van zijn verplichtingen als vereffenaar tekortschiet en hem daarvan een verwijt kan worden gemaakt (artikel 4:184 lid 2 aanhef en onder d van het Burgerlijk Wetboek),

-hij een uitkering uit de nalatenschap heeft ontvangen; dan kunnen de schuldeisers van de nalatenschap zich verhalen op het eigen vermogen van de erfgenaam tot de waarde van die uitkering (artikel 4:184 lid 3 BW).

De kantonrechter zal hieronder beoordelen of van een van deze twee situaties sprake is.

Vast staat dat gedaagde niet alle verplichtingen die de wet aan een vereffenaar oplegt op tijd is nagekomen.

Hij heeft de boedelbeschrijving te laat opgemaakt en ook niet op tijd aan de kantonrechter meegedeeld dat de nalatenschap van zijn moeder negatief was.

Van een vereffenaar-erfgenaam kan echter niet verwacht worden dat hij op de hoogte is van alle verplichtingen die met de rol van vereffenaar gepaard gaan.

Daarom heeft de wetgever bepaald dat het moet gaan om verwijtbaar ernstig tekortschieten.

Als het tekortschieten van de vereffenaar komt door een vergissing of onwetendheid, ontbreekt de verwijtbaarheid

Uit wat eiseres gesteld heeft over het handelen en nalaten van gedaagde, kan de kantonrechter niet afleiden dat van verwijtbaarheid sprake is.

Ook de betalingen die hij van de rekening van zijn overleden moeder heeft gedaan wijzen daar niet op.

gedaagde] heeft uitgelegd dat hij € 6.000,00 van deze rekening heeft gebruikt om de uitvaartkosten van € 7.034,00 (gedeeltelijk) te betalen.

De rest van de uitvaartkosten heeft hij zelf betaald.

Later kwamen er nog wat kleine bedragen op de rekening van zijn moeder binnen en die heeft hij naar zichzelf overgemaakt ter vergoeding van de door hem betaalde uitvaartkosten.

Alles bij elkaar was het totaal aan liquide middelen na het overlijden van zijn moeder € 6.306,11 die volledig gebruikt zijn om alleen de uitvaart te betalen.

Geen enkele andere schuldeiser of hijzelf heeft iets ontvangen, aldus gedaagde.

De kantonrechter ziet in deze gang van zaken geen verwijtbaarheid.

De kosten van lijkbezorging moeten immers op grond van de wet met voorrang worden betaald boven andere vorderingen (artikel 3:288 aanhef en onder b BW).

Zelfs als gedaagde op dat moment op de hoogte was geweest van de vordering van eiseres, had hij er nog voor mogen kiezen om de uitvaartkosten eerst te betalen.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.