Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of een bewindvoerder tekort was geschoten in de uitvoering van zijn taken.
Appellant voert aan dat geïntimeerde toerekenbaar tekort is geschoten in de zorg van een goed bewindvoerster.
Geïntimeerde had als erfgename van de vader van de erflaatster een eigen belang dat tegenstrijdig was aan het belang van de erflaatster dat zij als bewindvoerster diende te behartigen.
Zij heeft de legitieme portie pas ingeroepen toen de gebroeders appellant die bij de kantonrechter hadden aangekaart.
Vervolgens heeft zij aan de kantonrechter een verkeerde berekening gegeven.
Het kindsdeel van de erflaatster in de nalatenschap van haar moeder heeft zij überhaupt nooit ingeroepen.
Tot en met de procedure in eerste aanleg heeft zij haar handelen geheim gehouden en vastgehouden aan een onjuiste boedelbeschrijving.
Voor appellant is een passende sanctie voor deze grove schending van de zorg van een goed bewindvoerder dat geïntimeerde aan de nalatenschap het loon dat zij als bewindvoerster heeft gehad teruggeeft.
Erfrecht. Nalatenschap. Bewind. Tekortschieten als bewindvoerder. Zorg van een goed bewindvoerder. Tegenstrijdig belang. Vermogensschade. Toetsing.
De rechter oordeelt als volgt.
Het hof zal de verklaring voor recht die appellant in dit verband vordert net als de rechtbank afwijzen.
De taak van geïntimeerde als bewindvoerder was het behartigen van de vermogensrechtelijke belangen van de erflaatster (artikel 1:431 lid 1 BW).
Geïntimeerde had als bewindvoerder aanspraak op een beloning daarvoor (artikel 1:447 lid 1 BW).
Geïntimeerde was als bewindvoerder jegens de erflaatster aansprakelijk indien zij in de zorg van een goed bewindvoerder tekort zou schieten, tenzij de tekortkoming haar niet kan worden toegerekend (artikel 1:444 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
Op de inhoud en omvang van deze schadevergoedingsplicht is titel 1 afdeling 10 Boek 6 BW van toepassing.
Vastgesteld moet worden of, en zo ja hoeveel, vermogensschade de erflaatster door het tekortschietend bewind van geïntimeerde heeft geleden (artikel 6:95 BW).
Voor de omvang van deze schade moet de huidige situatie worden vergeleken met de situatie in het geval geïntimeerde de belangen van de erflaatster wel naar behoren zou hebben behartigd en niet zou zijn tekortgeschoten in de zorg van een goed bewindvoerder en mentor.
De door appellant gestelde schade – de beloning die geïntimeerde als bewindvoerder heeft gehad – is niet ontstaan door de tekortkomingen die appellant aan geïntimeerde verwijt.
Dat zijn het pas heel laat inroepen van de legitieme portie, het maken van een verkeerde berekening van die legitieme portie, het niet inroepen van het kindsdeel in de nalatenschap van de erflaatster ’s moeder, het lang geheim houden van haar handelen en het vasthouden aan een onjuiste boedelbeschrijving.
Als die verwijten terecht zijn – wat geïntimeerde weerspreekt – en daardoor schade is ontstaan, moet geïntimeerde die in beginsel vergoeden, maar die schade is niet per definitie gelijk aan het totaal van het bedrag dat zij als beloning heeft gehad.
Het causaal verband tussen de verweten gedragingen en de door appellant opgevoerde schade ontbreekt.
Appellant licht overigens niet toe of schade is ontstaan door de gedragingen die appellant aan geïntimeerde verwijt en wat dan de omvang van die schade is.
De grief faalt.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.
Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.