Het Gerechtshof Den Haag heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd was op grond van de Erfrechtverordening.

De erflater is overleden in 2020.

Erflater heeft bij testament verzoekster onterfd en A benoemd tot executeur met het recht om een derde als executeur in haar plaats te stellen.

In maart 2021 is geïntimeerde in haar plaats getreden als executeur.

Op het moment van het opstellen van zijn testament zijnde op 18 december 2019 en op het moment van zijn overlijden zijnde in 2020, woonde de erflater in België.

De erflater was op beide momenten gehuwd met A.

Erfrecht. IPR. Erfrechtverordening. Rechtsmacht. Bevoegde rechter. Rechtskeuze. Legitieme. Vaststelling van de omvang van de legitieme. Ontvankelijkheid.

De rechter oordeelt als volgt.

Het hof overweegt als volgt.

De verordening is op 17 augustus 2015 in werking getreden en geldt voor personen die op of na deze datum zijn overleden.

Erflater is in 2020 te België overleden.

De verordening is van toepassing op de erfrechtelijke aspecten van de nalatenschap van erflater en bepalend voor het rechterlijk forum die dient te beslissen met betrekking tot geschillen inzake de nalatenschap van erflater.

Erflater heeft 18 december 2019 ten overstaan van de notaris over zijn nalatenschap beschikt.

Uit het testament van erflater volgt dat hij een rechtskeuze heeft uitgebracht.

Deze luidt als volgt: “Ingevolge artikel 22 van de Europese Erfrechtverordening 650/2012 mag ik voor de vererving (waaronder begrepen de afwikkeling) van mijn nalatenschap een keuze maken voor het recht van mijn nationaliteit.

Aangezien ik de Nederlandse nationaliteit bezit, bepaal ik dat op de vererving (en derhalve ook op de afwikkeling) van mijn nalatenschap het Nederlandse recht van toepassing is.”

Voor de beoordeling van de rechtsvraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de vordering van appellant zijn de navolgende bepalingen uit de verordening van belang:

Artikel 4:

De gerechten van de lidstaat waar de erflater op het tijdstip van overlijden zijn gewone verblijfplaats had, zijn bevoegd om uitspraak te doen over de erfopvolging in haar geheel.

Artikel 5:

Lid 1 Wanneer het door de erflater ten aanzien van de erfopvolging overeenkomstig artikel 22 gekozen recht het recht van een lidstaat is, kunnen de betrokken partijen overeenkomen dat een gerecht of de gerechten van die lidstaat bij uitsluiting bevoegd zijn om een uitspraak te doen over elke aangelegenheid die de erfopvolging betreft.

Lid 2 Een zodanige forumkeuze geschiedt bij een schriftelijke overeenkomst, die door de betrokken partijen wordt gedagtekend en ondertekend.

Elke elektronische mededeling waardoor de overeenkomst duurzaam wordt vastgelegd, wordt geacht gelijk te zijn aan een schriftelijke overeenkomst.

Artikel 6:

Wanneer het door de erflater ten aanzien van de erfopvolging overeenkomstig artikel 22 gekozen recht het recht van een lidstaat is, kan het op grond van artikel 4 of artikel 10 aangezochte gerecht:

a) op verzoek van de partijen in het geding zich onbevoegd verklaren indien het van oordeel is dat de gerechten van de lidstaat van het gekozen recht beter in staat zijn om uitspraak te doen over de erfopvolging, rekening houdend met de praktische omstandigheden van de erfopvolging, zoals de gewone verblijfplaats van de partijen en de plaats waar de goederen zich bevinden, of

b) zich onbevoegd verklaren indien in het geding in overeenstemming met artikel 5 zijn overeengekomen om een gerecht of de gerechten van de lidstaat van het gekozen recht als bevoegd gerecht aan te wijzen.

Uit het testament van erflater volgt dat hij een rechtskeuze heeft uitgebracht met betrekking tot het toepasselijke recht met betrekking tot zijn nalatenschap.

Op basis van de verordening kan erflater niet in zijn testament bepalen voor welk rechterlijk forum een geschil met betrekking tot zijn nalatenschap moet worden aangebracht.

Vaststaat dat de feitelijke woonplaats van erflater op het moment van zijn overlijden in België was.

Voorts volgt uit het procesdossier dat de nalatenschap van erflater fiscaal in België is afgewikkeld en er een boedelbeschrijving van de nalatenschap van erflater is gemaakt door een Belgische notaris.

Op basis van de verordening is in beginsel de Belgische rechter bevoegd om over het onderhavige geschil te beslechten.

Door appellante is aangevoerd dat de verordening niet van toepassing is aangezien het alleen gaat om een informatie procedure.

Als de verordening wel van toepassing is, dan zijn er in de visie van appellante ook uitzonderingen, zij verwijst naar de optie van forumkeuze alsmede wanneer de zaak meer verbinding heeft met Nederland.

De advocaat van geïntimeerde had zelf geen standpunt met betrekking tot de bevoegdheidskwestie, zij was volgens haar zegge alleen proces-advocaat en liet de inhoud over aan haar cliënt.

Met betrekking tot de bevoegdheid refereert geïntimeerde zich aan het oordeel van het hof.

Het hof is van oordeel dat op basis van de verordening de Belgische rechter de bevoegde rechter is met betrekking tot het onderhavige geschil.

Appellante wenst informatie te krijgen over de omvang en samenstelling van de nalatenschap van erflater om de omvang van haar legitieme portie te kunnen berekenen.

Dit is een geschil in de zin van artikel 4 van de verordening.

Van een forumkeuze om het geschil aan de Nederlandse rechter voor te leggen is geen sprake.

Op basis van artikel 5 lid 2 dient een dergelijk forumkeuze schriftelijk tussen partijen te worden aangegaan en wel voor de procedure.

Ten overvloede overweegt het hof dat de Belgische rechter beter in staat is om het onderhavige geschil af te wikkelen.

De nalatenschap van erflater is in België opengevallen, een Belgische notaris heeft de boedelbeschrijving van de nalatenschap gemaakt en de nalatenschap is fiscaal afgewikkeld in België.

Voorts wijst het hof erop dat de zuster van appellante nog een beroep op haar legitieme portie kan doen.

Als zij alsnog een beroep op haar legitieme portie doet is het van belang dat bij de mogelijke definitieve boedelbeschrijving alle erfgenamen en legitimarissen worden betrokken.

Het hof zal derhalve de bestreden beschikking van de kantonrechter vernietigen en zich onbevoegd verklaren.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.