Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of een nalatenschap al verdeeld kon worden in verband met de stand van de vereffening.
De nalatenschap van de moeder van partijen is door partijen aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
Partijen zijn daarom in beginsel samen verplicht om de nalatenschap als vereffenaars af te wikkelen volgens de regels van Afdeling 3 Titel 6 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW), zo bepaalt art. 4:195 lid 1 e.v. BW.
De benoeming van de vader van partijen tot executeur bij testament van de moeder van 20 januari 1997 blijft immers door het vooroverlijden van de vader zonder gevolg, zodat de uitzondering van art. 4:202 lid 1 aanhef en onder a BW niet van toepassing kan zijn en de nalatenschap vereffend dient te worden.
Voorts is niet gesteld dat de rechtbank een vereffenaar heeft benoemd zodat partijen als erfgenamen zelf dienen te vereffenen en wel tezamen (art. 4:198 BW).
Geïntimeerde heeft zich tegen de vordering tot verdeling verweerd.
In de eerste plaats heeft hij betoogd dat verzoekster niet voor het eerst pas in hoger beroep verdeling kan vorderen.
Dat betoog slaagt niet: partijen mogen in hoger beroep hun vordering in eerste aanleg wijzigen en/of aanvullen.
In de tweede plaats heeft geïntimeerde aangevoerd dat – kort gezegd – de omvang van de nalatenschap nog verre van vast staat, zodat de nalatenschap nu nog niet verdeeld kan worden.
Erfrecht. Verdeling nalatenschap. Vordering tot verdeling. Vereffening. Kan de nalatenschap al verdeeld worden? Bewerkstelliging van voorafgaande vereffening door de rechter.
De rechter oordeelt als volgt.
Anders dan geïntimeerde verbindt het hof daaraan niet het gevolg dat de vordering van verzoekster tot verdeling moet worden afgewezen.
Het hof verbindt daaraan ook niet de conclusie – anders dan verzoekster doet met een beroep op het arrest van de Hoge Raad van 19 mei 2017, HR:2017:9391 – dat de nalatenschap verdeeld kan worden hoewel de vereffening nog niet (formeel) is afgerond.
De Hoge Raad geeft in dat arrest aan de rechter opdracht om – kort gezegd – zo nodig in het belang van de (eventuele) schuldeisers de vereffening te bewerkstelligen alvorens tot verdeling over te gaan.
Daarom stelt het hof partijen in de gelegenheid om alsnog aan te tonen dat de vereffening van de nalatenschap van de moeder is voltooid.
Het hof zal partijen in dat verband in de gelegenheid stellen om op na te noemen roldatum een door beide partijen ondertekende boedelbeschrijving van de nalatenschap (peildatum = sterfdatum moeder) over te leggen die voldoet aan de vereisten die art. 674 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering daaraan stelt.
In dat kader zal het hof voorts partijen in de gelegenheid stellen om uiterlijk op na te noemen roldatum verslag uit te brengen van het verloop van de vereffening, daaronder begrepen de wijze waarop zij aan hun verplichtingen als vereffenaars, al dan niet op aanwijzing van de kantonrechter (art. 4:210 BW), invulling hebben gegeven.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.
Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.