De Rechtbank Den Haag heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of de kosten van executele en voor het afwikkelingsbewind betrokken dienden te worden bij de berekening van de hoogte van de legitieme portie.

Deze zaak gaat over de afwikkeling van de nalatenschap van de moeder van A en B.

Er zijn veel geschilpunten, waar de rechtbank in dit vonnis op zal beslissen.

Erfrecht. Legitieme. Schulden van de nalatenschap. Berekening van de hoogte van de legitieme. Kosten van executele en afwikkelingsbewind. Vereffeningskosten.

De rechter oordeelt als volgt.

De afwikkelingsbewindvoerder stelt dat de kosten van executele in de berekening van de legitieme portie betrokken moeten worden.

De afwikkelingsbewindvoerder onderbouwt dit als volgt.

De waarde van de legitieme portie wordt op grond van artikel 4:65 BW verminderd met de schulden vermeld in artikel 4:7 lid 1 onder a tot en met c en f.

De kosten van executele (d) vallen hier niet onder.

De kosten van vereffening (c) wel.

Er is geen sprake van vereffening omdat er een ‘ruimschoots verklaring’ is afgegeven.

De kosten moeten daarom worden gekwalificeerd als kosten van executele.

De afwikkelingsbewindvoerder verwijst naar de rechtsliteratuur, waarin er op wordt gewezen dat de wet evenwel ten onrechte onderscheid maakt tussen de kosten van executele en de kosten van vereffening.

In de literatuur wordt betoogd dat de kosten van executele ook in de berekening van de legitieme portie betrokken moeten worden.

Immers, indien de afwikkelingsbewindvoerder zou zijn opgetreden als vereffenaar, zouden de gemaakte kosten ook de legitimaire massa verkleinen.

De afwikkelingsbewindvoerder verricht feitelijk dezelfde werkzaamheden als de vereffenaar.

Het is volgens de afwikkelingsbewindvoerder opmerkelijk dat de memorie van toelichting voor deze contraire opvatting geen verklaring geeft.

Daaruit blijkt volgens de afwikkelingsbewindvoerder dat de wetgever niet bewust rekening heeft gehouden met een situatie zoals die zich in de onderhavige zaak voordoet.

De afwikkelingsbewindvoerder verwijst nog naar een uitspraak van 24 juli 2019 van de rechtbank Noord-Holland, besproken in Notamail van 15 juni 2020 (RBNHO:2019:11287).

B is het met de afwikkelingsbewindvoerder eens dat de kosten van executele en de kosten van het afwikkelingsbewind schulden zijn van de nalatenschap die uit de nalatenschap moeten worden voldaan en waar bij de berekening van de legitieme portie rekening mee moet worden gehouden.

A is het hier niet mee eens.

A wijst er op dat de kosten van executele op grond van artikel 4:65 BW niet worden betrokken bij de berekening van de legitieme portie.

Dat is volgens A logisch, omdat een legitimaris een schuldeiser is.

Net als andere schuldeisers hoeft een legitimaris niet mee te betalen aan de kosten van de executeur.

A verwijst naar een uitspraak van 8 december 2015 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (GHARL:2015:9251) en een uitspraak van 1 juli 2022 van de rechtbank Rotterdam, sector kanton (RBROT:2022:5371).

De legitieme portie wordt, zoals hiervoor is overwogen, op grond van artikel 4:65 BW berekend over de waarde van de goederen van de nalatenschap, vermeerderd met de in aanmerking te nemen giften en verminderd met de schulden vermeld in artikel 7 lid 1 onder a tot en met c en f BW.

De rechtbank is van oordeel dat kosten van executele, met inbegrip van het loon van de executeur, schulden zijn als bedoeld in artikel 4:7 lid 1 onder d BW en daarom niet in aanmerking kunnen worden genomen bij de berekening van de legitieme portie, hoezeer de afwikkelingsbewindvoerder in navolging van de juridische vakliteratuur ook wijziging van deze wettelijke regel bepleit.

De rechtbank houdt, in lijn met de door A genoemde jurisprudentie, de wettekst aan.

De rechtbank betrekt in haar oordeel dat boek 4 BW op 1 januari 2003 in werking is getreden en dat er sindsdien enkele wijzigingen hebben plaatsgevonden, maar dat deze regeling ongewijzigd is gebleven.

Dit terwijl de discussie in de juridische vakliteratuur al langere tijd speelt.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.