Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft onlangs uitspraak gedaan over het afleggen van rekening en verantwoording door de bewindvoerder aan de erfgenamen over een meerderjarigenbewind.

Bij beschikking van de rechtbank Den Haag is een bewind ingesteld over de goederen van moeder.

Persoon A en persoon B zijn tot bewindvoerders benoemd.

Dit meerderjarigenbewind is ingesteld op grond van artikel 1:445 BW, omdat bij moeder de diagnose Alzheimer/dementie was gesteld en zij niet meer in staat was haar belangen zelf ten volle waar te nemen.

Erfrecht. Verdeling nalatenschap. Bewind. Meerderjarigenbewind. Afleggen van rekening en verantwoording door de bewindvoerder aan de erfgenamen. Eindrekening.

De rechter oordeelt als volgt.

Aan de bewindvoering is een einde gekomen door het overlijden van moeder.

In lid 5 van artikel 1:445 BW wordt verwezen naar (onder andere) de artikelen 1:373 en 1:374 BW.

Daaruit volgt dat de rekening en verantwoording na overlijden moet worden afgelegd aan de erfgenamen, ten overstaan van de kantonrechter.

Persoon A en persoon B hebben een eindrekening en verantwoording over 2015 tot 3 februari 2018 bij de kantonrechter ingediend.

Geïntimeerde beschikt daarover.

Zij heeft deze eindrekening en verantwoording zelf overgelegd als productie bij haar memorie.

Haar vordering om persoon A en persoon B te veroordelen om alsnog aan haar eindrekening en verantwoording af te leggen, is daarom niet toewijsbaar.

Dat geïntimeerde het (blijkbaar) niet eens is met de wijze waarop persoon A en persoon B het bewind hebben gevoerd, betekent niet dat persoon A en persoon B in deze procedure (nog eens) rekening en verantwoording moeten afleggen.

De broers en zussen lijken zich op het standpunt te stellen dat het feit dat persoon A en persoon B een eindrekening en verantwoording bij de kantonrechter hebben ingediend betekent dat alles wat daarin staat leidend moet zijn voor de verdeling van de nalatenschap.

Het hof verwerpt dat standpunt.

Geïntimeerde heeft niet ingestemd met die eindrekening en verantwoording en overigens heeft de kantonrechter slechts laten weten dat de stukken zijn ‘gezien’ en dat het ‘dossier is gesloten’.

Geïntimeerde had tegen de wijze waarop het bewind is gevoerd kunnen opkomen bij de kantonrechter.

Dat zij dat niet heeft gedaan, betekent echter niet dat alles wat in die eindrekening wordt vermeld, zonder meer het uitgangspunt moet vormen bij het bepalen van de omvang van de nalatenschap.

Persoon A en persoon B hebben als bewindvoerders geldzaken geregeld en de administratie van moeder gedaan.

Dat zij daarvan opgave hebben gedaan aan de kantonrechter, betekent niet dat daardoor de omvang van de nalatenschap in rechte is komen vast te staan.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.