Van onze advocaat aandeelhouder ondernemingsrecht. Op 24 april 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan over de zorgplicht van de bestuurders van een onderneming tot het volledig en tijdig informeren van de minderheidsaandeelhouders.
De aandeelhouders hebben aan hun verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van de onderneming (F) en dat met het oog op de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) van 26 april 2017 onmiddellijke voorzieningen dienen te worden getroffen. Ter toelichting hebben de aandeelhouders kort samengevat het volgende naar voren gebracht.
De onderneming is op grond van artikel 33 lid 5 van haar statuten en de op haar rustende zorgplicht jegens haar minderheidsaandeelhouders gehouden om de minderheidsaandeelhouders alle relevante informatie te verschaffen met betrekking tot de Transactie. Onder die informatie valt in ieder geval het waarderingsrapport waarnaar de agenda voor de AVA verwijst, de resultaten van het due diligence onderzoek dat F heeft verricht, de berekening van de koopprijs, informatie over de leningen die F zal herfinancieren en informatie over de betrokkenheid van het bestuur en de raad van commissarissen bij de Transactie.
Het aangekondigde openbare bod verzwaart de zorgplicht van F. F heeft echter nauwelijks informatie met haar aandeelhouders gedeeld. De aandeelhouders kunnen dus onmogelijk een weloverwogen stem op de AVA uitbrengen. De mededeling van F dat er op de AVA gelegenheid zal zijn tot het stellen van vragen, doet hieraan niet af.
De Ondernemingskamer stelt voorop dat indien, zoals in het onderhavige geval, nog geen onderzoek is gelast, zij slechts onmiddellijke voorzieningen kan treffen indien daarvoor voldoende zwaarwegende redenen zijn en, naar haar voorlopig oordeel, er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid of een juiste gang van zaken. Deze maatstaf noopt tot terughoudendheid.
Voor zover de aandeelhouders verzoeken onmiddellijke voorzieningen te treffen die ertoe strekken te voorkomen dat op de AVA van 26 april 2017 door stemming zal worden besloten goedkeuring te verlenen aan de Transactie, stellen zij in essentie de vraag aan de orde of de door F verstrekte en mogelijk op de AVA nog te verstrekken informatie naar inhoud zo gebrekkig is dat de minderheidsaandeelhouders redelijkerwijs niet in staat zijn hun standpunt ten aanzien van de Transactie te bepalen.
Tussen partijen is niet in geschil dat de Transactie een besluit is als bedoeld in artikel 2:107a BW, te weten een besluit van het bestuur omtrent een belangrijke verandering van de identiteit of het karakter van de vennootschap of de onderneming, in dit geval door het nemen van een deelneming in het kapitaal in de Targets ter waarde van ten minste een derde van het bedrag van de activa van Fortuna volgens de balans. Voor dit besluit is derhalve de goedkeuring van de algemene vergadering van aandeelhouders vereist.
Een tweede bijzonder kenmerk van de Transactie is dat de grootaandeelhouder de verkoper is en dat uit dien hoofde de belangen van F en haar grootaandeelhouder ten aanzien van de Transactie tegengesteld zijn.
Wat betreft de timing van de informatie geldt in algemene zin dat aandeelhouders ten aanzien van een beslissing als de onderhavige in de gelegenheid behoren te zijn zich voorafgaand aan de aandeelhoudersvergadering een oordeel te vormen over de transactie die ter goedkeuring voorligt. Daar komt bij dat artikel 33 lid 5 van de statuten van Fortuna bepaalt dat de directie en de raad van commissarissen de algemene vergadering door middel van een aandeelhouderscirculaire inlichten over alle feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de te verlenen goedkeuring. Uit de tekst van de statuten blijkt dat artikel 33 lid 5 betrekking heeft op de oproeping en agenda van de algemene vergaderingen. Uit een ander volgt dat Fortuna gehouden was alle feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de te verlenen goedkeuring reeds bij gelegenheid van de oproeping voor de AVA van 26 april 2017 te verstrekken en in ieder geval tijdig voorafgaand aan de vergadering. De Ondernemingskamer volgt F daarom niet in haar standpunt dat in de gegeven omstandigheden de AVA zelf het aangewezen moment is om feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de te verlenen goedkeuring te verstrekken.
Wat betreft de inhoud van de door F voorafgaand aan de AVA van 26 april 2017 verstrekte informatie, oordeelt de Ondernemingskamer als volgt. Anders dan F meent, kan in redelijkheid niet geoordeeld worden dat de bij de oproep voor de AVA verstrekte informatie voor de minderheidsaandeelhouders toereikend is om zich een eigen oordeel te kunnen vormen over de Transactie, in het bijzonder over de zakelijkheid van de overnameprijs en de overige voorwaarden. Nog minder kan gezegd worden dat F bij de oproeping informatie heeft verschaft over alle feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de te verlenen goedkeuring.
Reeds op grond van hetgeen is overwogen oordeelt de Ondernemingskamer dat F in de gegeven omstandigheden ernstig te kort is geschoten in haar informatieverplichting jegens de minderheidsaandeelhouders. Dat is een gegronde reden om aan een juist beleid te twijfelen.
De te treffen voorzieningen strekken er enerzijds toe dat op de AVA van 26 april 2017 niet gestemd zal worden over goedkeuring van de Transactie en anderzijds dat wordt bewerkstelligd dat alsnog juiste en toereikende informatie aan de minderheidsaandeelhouders zal worden verstrekt, zodat alsnog op juiste wijze besluitvorming kan plaatsvinden. Met het oog op dat laatste zal de Ondernemingskamer bij wijze van onmiddellijke voorziening een tijdelijk commissaris benoemen met bijzondere bevoegdheden. De te benoemen commissaris zal exclusief bevoegd zijn te beslissen over de aard, omvang, inhoud en timing van de door F aan haar aandeelhouders te verstrekken informatie met het oog op een door de algemene vergadering te verlenen goedkeuring aan de Transactie.
Heeft u vragen over aandeelhouders in een onderneming, over de AVA of over wanbeleid en de mogelijkheid tot het treffen van voorlopige voorzieningen bij de Ondernemingskamer, belt u dan gerust onze advocaat aandeelhouder ondernemingsrecht op 020-3980150.