Van onze advocaat kindsdeel. Het Gerechtshof Amsterdam heeft enige tijd geleden uitspraak gedaan over de vraag of de erflaatster als testateur wilsonbekwaamheid was en het testament daarom nietig was.
Bij testament, verleden op 1 augustus 2011 bij erflaatster thuis ten overstaan van notaris W, in aanwezigheid van twee getuigen, heeft erflaatster over haar vermogen beschikt.
Op grond van dit testament zijn twee kinderen als erfgenamen uitgesloten. Aan hen komt een legaat toe ter grootte van hun legitieme portie. Aan de twee kinderen van is eveneens een breukdeel ter grootte van de legitieme portie van hun ouders gelegateerd. Daarbij geldt de beperking dat zij, samen met de andere kinderen, nooit meer kunnen verkrijgen dan hun versterferfdeel in de nalatenschap van erflaatster. De vader en erfgenaam zijn samen en voor gelijke delen tot erfgenamen in de nalatenschap van erflaatster benoemd. De vader is benoemd tot executeur.
De grieven komen er in de kern op neer dat de erfgenamen betwisten dat bij erflaatster sprake was van een geestesstoornis en dat in verband daarmee haar wil tot het maken van het testament van 1 augustus 2011 heeft ontbroken.
Ter onderbouwing van hun standpunt verwijzen zij naar een aantal in eerste aanleg en in hoger beroep overgelegde verklaringen van personen die erflaatster van nabij hebben meegemaakt, alsmede naar de onder de feiten weergegeven verklaringen van de huisarts en de overgelegde, hierna te bespreken bevindingen van een aantal deskundigen.
De legitimarissen blijven bij hun standpunt dat erflaatster leed aan vasculaire dementie zoals deze in ieder geval na het ondertekenen van het testament is vastgesteld.
Volgens hen heeft er op zijn minst twijfel moeten bestaan omtrent de wilsbekwaamheid van erflaatster, terwijl op dat moment geen deugdelijk onderzoek heeft plaatsgevonden ter beoordeling van haar wilsbekwaamheid.
De erfgenamen betwisten de door legitimarissen aangevoerde reden voor het inschakelen van notaris W voor het testament van 1 augustus 2011 in plaats van notaris P, die in de daaraan voorafgaande periode steeds de notaris van erflaatster en de vader is geweest.
Zij menen dat notaris W niet voorafgaand aan het passeren van het testament overleg heeft gehad met erflaatster en niet het concept-testament afzonderlijk met haar heeft besproken, maar erflaatster alleen heeft gezien op de dag van het passeren van het testament. Voorafgaand daaraan heeft geen correspondentie en overleg met erflaatster plaatsgevonden. Volgens de legitimarissen heeft notaris W het protocol wilsbekwaamheid niet gevolgd, hoewel zij op de hoogte was van het feit dat het vermogen van erflaatster onder bewind was gesteld.
Wilsonbekwaamheid erflater. Stoornis van de geestvermogens? Is de wilsverklaring onder invloed van de geestelijke stoornis gedaan? Nietig testament? Onderzoek deskundigen.
De rechter oordeelt als volgt.
Het gaat in dit geding om de vraag of erflaatster ten tijde van het opmaken van haar testament op 1 augustus 2011 wilsonbekwaam was.
Deze vraag moet worden beantwoord aan de hand van de maatstaf van art. 3:34 lid 1 BW. Art. 3:34 lid 1 BW volgt op art. 3:33 BW, dat bepaalt dat een rechtshandeling een met de verklaring overeenstemmende wil vereist.
Art. 3:34 lid 1 BW luidt als volgt: “Heeft iemand wiens geestvermogens blijvend of tijdelijk zijn gestoord, iets verklaard, dan wordt een met de verklaring overeenstemmende wil geacht te ontbreken, indien de stoornis een redelijke waardering der bij de handeling betrokken belangen belette, of indien de verklaring onder invloed van die stoornis is gedaan.”
De tweede zin van lid 2 van artikel 3:34 BW bepaalt dat het ontbreken van wil een eenzijdige rechtshandeling die niet tot een of meer bepaalde personen was gericht, zoals uiterste wilsbeschikkingen, nietig maakt.
Wie zich erop beroept dat bij de erflater in verband met een stoornis van diens geestesvermogens de wil tot het opmaken van de uiterste wilsbeschikking ontbrak, zal, gelet op de bewijsvermoedens van artikel 3:34 lid 1 BW (geacht te ontbreken), ermee kunnen volstaan te stellen en zo nodig te bewijzen dat de erflater ten tijde van het opmaken van de uiterste wilsbeschikking leed aan een geestelijke stoornis en voorts dat deze stoornis toen een redelijke waardering van de bij de uiterste wilsverklaring betrokken belangen belette ofwel dat de wilsverklaring onder invloed van de geestelijke stoornis is gedaan.
De rechter stelt vast dat de artsen en deskundigen van de erfgenamen enerzijds en van legitimarissen anderzijds niet alleen tot tegenovergestelde bevindingen en conclusies komen, maar ook dat de deskundigen van ieder van partijen niet dezelfde gegevens ter beschikking hebben gestaan.
Op grond van de medische verklaring van erflaatster konden de legitimarissen niet beschikken over het medisch dossier van erflaatster. De door legitimarissen bevraagde deskundigen hebben uitsluitend beschikt over door verstrekte informatie van huisarts D, over een door erfgenamen gemaakt overzicht, waarvan de inhoud deels wordt betwist, onder meer waar het betreft 1 april 2011 als datum waarop de medische verklaring van erflaatster in werking is getreden, de onder A, B en C genoemde bevindingen, de e-mails van de huisarts van 27 juli 2011 en 4 december 2012, en de correspondentie met de huisarts. De gegevens waarop de artsen en deskundigen aan de zijde van appellanten zich hebben gebaseerd zijn, voor zover de rechter kan vaststellen, afkomstig van gedeelten van het patiëntdossier van erflaatster, waarin de erfgenamen als enigen inzage kan vragen.
Bij deze stand van zaken acht de rechter een onderzoek door een onafhankelijk deskundige noodzakelijk. De deskundige zal op basis van het medische dossier van erflaatster onderzoek dienen te doen naar de volgende twee vragen:
Was bij erflaatster sprake van een stoornis van de geestvermogens?
Zo ja, was op 1 augustus 2011 sprake van deze stoornis en heeft deze stoornis een redelijke waardering van de bij de uiterste wilsverklaring betrokken belangen belet ofwel is de wilsverklaring onder invloed van de geestelijke stoornis gedaan?
De rechter houdt de zaak verder aan.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u een vraag over de wilsonbekwaamheid van de erflater, over een geestelijke stoornis en de nietigheid van een testament of over het leveren van bewijs van de wilsonbekwaamheid van de erflater, belt u dan gerust onze advocaat kindsdeel op 020-3980150.