Van onze advocaat verdeling erfenis. De Rechtbank Limburg heeft enige tijd geleden uitspraak gedaan in kort geding over een vordering tot de medewerking van een onwillige erfgenaam aan de verdeling van een nalatenschap. De onwillige erfgenaam wordt veroordeeld mee te werken aan de verkoop van de woning die tot de nalatenschap behoort.
Uitgangspunt is dat deelgenoten te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed kunnen vorderen.
Eiser wenst uit de onverdeeldheid van de nalatenschap te geraken door de woning, als onderdeel daarvan, te verkopen, om vervolgens de verkoopopbrengst te verdelen onder partijen.
De vorderingen jegens gedaagde liggen in beginsel als niet onrechtmatig, noch ongegrond voor toewijzing gereed, met dien verstande dat nu het een processueel ondeelbare rechtsverhouding betreft, eventuele te honoreren verweren ook ten voordele strekken van gedaagde.
De vorderingen jegens gedaagde liggen als uitdrukkelijk door hem erkend in beginsel voor toewijzing gereed, ook echter ten aanzien van hem met dien verstande dat nu het een processueel ondeelbare rechtsverhouding betreft, eventuele te honoreren verweren ook ten voordele strekken van gedaagde.
Vordering tot medewerking van onwillige erfgenaam aan verdeling nalatenschap. Onwillige erfgenaam veroordeeld mee te werken aan de verkoop van de woning die tot de nalatenschap behoort.
De rechter oordeelt als volgt.
Ten aanzien van de vorderingen jegens gedaagde overweegt de rechtbank het volgende.
Het meest verstrekkende verweer van gedaagde houdt in dat eiser geen spoedeisend belang heeft bij de gevorderde verkoop.
De voorzieningenrechter verwerpt dat verweer. Het spoedeisend belang blijkt uit het onbetwiste feit dat de buren hebben geklaagd over de gebrekkige staat van een scheidsmuur die behoort tot de woning.
Indien deze gebrekkige muur schade veroorzaakt, zijn partijen mogelijk risicoaansprakelijk als mede-eigenaren van een gebrekkige opstal.
Het risico om mogelijke aansprakelijkheid te voorkomen, rechtvaardigt de verkoop en levering op korte termijn.
Voorts volgt het spoedeisend belang uit het feit dat de kosten verbonden aan de woning doorlopen, terwijl zich in de nalatenschap nauwelijks nog liquide middelen bevinden om die kosten te betalen: volgens de executeur bedraagt het restantbedrag aan liquide middelen € 1.400,- en is hij genoodzaakt kosten van de nalatenschap uit eigen zak te betalen.
Gedaagde heeft verder als verweer aangevoerd dat hij niet aan de verkoop en de levering van de woning wenst mee te werken, omdat de door eiser genoemde potentiële kopers een coffeeshop uitbaten.
Volgens gedaagde zullen de kopers ook vanuit de woning (soft)drugs willen gaan verkopen. Buren hebben daarover volgens gedaagde reeds hun zorgen geuit. Dit is volgens gedaagde te meer onwenselijk nu de woning zich bevindt in de nabijheid van een school.
De voorzieningenrechter passeert dat verweer als niet relevant.
Allereerst merkt de voorzieningenrechter op dat niet wordt gevorderd dat gedaagde meewerkt aan de verkoop en de levering van de woning aan de potentiële kopers.
Eiser vordert immers slechts dat onder andere gedaagde meewerkt aan de verkoop en de levering van de woning in het algemeen.
Bovendien leveren, daargelaten of de niet-onderbouwde stellingen en verwijten ten aanzien van de potentiële kopers juist zijn, die stellingen en verwijten geen grond waarop gedaagde zich zou kunnen verzetten tegen de vordering.
De verweren van gedaagde, dat met eiser geen afspraken zouden kunnen worden gemaakt, dat eiser in het verleden zelf de verkoop van de woning heeft tegengewerkt, en dat zelfs in rechte moest worden afgedwongen dat hij de woning zou verlaten, zijn evenmin relevant.
Die verweren kunnen immers niet afdoen aan het belang van eiser om tot verdeling van de nalatenschap te geraken, in die zin dat een onderdeel van de nalatenschap wordt verkocht om tot verdeling van de nalatenschap te geraken.
Ook het verweer van gedaagde, dat eerst de kosten tussen partijen moeten worden verdeeld alvorens hij gehouden is om aan de verkoop en de levering van de woning mee te werken, moet worden gepasseerd.
Dat standpunt vindt geen steun in het recht. De gevorderde medewerking aan de verkoop en de levering van de woning doet ook geen afbreuk aan de wens van gedaagde dat de kosten eerst moeten worden verdeeld tussen partijen.
Niets staat er immers aan in de weg dat deze kosten worden verdeeld, nadat de woning is verkocht.
Na de verkoop kan, na verdeling van de kosten, de verkoopopbrengst van de woning vervolgens worden verdeeld onder partijen.
Eiser heeft bovendien aangeboden de verkoopopbrengst in depot te storten en eerst vast te stellen wat ieder van partijen eventueel aan de nalatenschap verschuldigd is, voordat de verkoopopbrengst onder partijen wordt verdeeld.
Hetgeen ieder der partijen wellicht is verschuldigd aan de nalatenschap kan eventueel op grond van de zogenaamde gedwongen schuldtoerekening van artikel 3:184 lid 1 BW of 4:228 lid 1 BW worden verrekend met ieders aandeel in de nalatenschap.
Ten slotte wil de voorzieningenrechter niet nalaten op te merken dat gedaagde in feite geen bezwaar heeft tegen verkoop en levering van de woning, op grond waarvan al zou kunnen worden geoordeeld dat hij geen bezwaar heeft tegen toewijzing van de vordering en de vordering alleen daarom al voor toewijzing gereed ligt.
Ter zitting heeft gedaagde immers verklaard, hetgeen hij eerder niet heeft gedaan, dat hij de woning zelf wil kopen en daartoe financieel ook in staat te zijn. Dat kan worden beschouwd als een impliciete instemming met de vordering.
De gevorderde hoofdelijke veroordeling tot medewerking aan de verkoop en levering moet worden afgewezen, omdat geen van gedaagden de op de andere gedaagden rustende verplichting kan nakomen.
Bovendien wijst de voorzieningenrechter de gevorderde medewerking van gedaagden bij de verkoop en levering van ieders aandeel in de eigendom van de woning af, omdat door de partijen geen aandelen worden verkocht en geleverd in de woning, doch de gehele zaak, te weten de woning, wordt verkocht en geleverd.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u een vraag over de vereffening en verdeling van een erfenis, over de legitieme of over het kindsdeel, over de taken en bevoegdheden van een executeur of over de verdeling van een erfenis door de rechter, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.