Van onze advocaat verdeling erfrecht. Onlangs heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan over de mogelijkheid van een uitkering als voorschot op een nalatenschap.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter had de advocaat van eiser als erfgenaam voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake was van een gewichtige redenen voor de uitkering van een voorschot uit de erfenis. De voorzieningenrechter was gebleken dat er een geschil was tussen de erfgenamen over de wijze waarop de executeur zijn taak uitvoerde in het algemeen en in het bijzonder over de vraag of aan eiser als erfgenaam een voorschot op zijn erfdeel kon worden betaald. Gebleken is dat een aantal van erfgenamen instemt met de uitkering van een voorschot uit de erfenis, terwijl de andere erfgenamen hiermee niet instemmen.
Uitgangspunt bij de afwikkeling van een nalatenschap is dat verdeling eerst aan de orde komt na afsluiting van de executele en dat bij een verdeling de totale gemeenschap dient te worden verdeeld (artikel 3:179 lid 1 BW). Naar het oordeel van de voorzieningenrechter staat dit uitgangspunt in dit geval niet in de weg aan de uitkering van een voorschot. De strekking van de executele blijkt uit de taak van de executeur. Die taak is, kort gezegd, de goederen van de nalatenschap beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen (artikel 4:144 lid 1 BW). Een en ander dient ter voorbereiding van de verdeling van de nalatenschap.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de advocaat van eiser voldoende aannemelijk gemaakt dat er thans sprake is van gewichtige redenen voor de uitkering van een voorschot. De voorzieningenrechter gaat voorbij aan het verweer van de advocaat van gedaagden dat er bij uitkering van een voorschot aan eiser als erfgenaam sprake is van een restitutierisico, gelet op de hoogte van het gevraagde voorschot en de omvang van het erfdeel van eiser.
De advocaat van de gedaagden hebben ter zitting aangevoerd dat er voldoende liquide middelen in de nalatenschap beschikbaar moeten blijven voor die erfgenamen die geen onroerend goed toegedeeld krijgen. De voorzieningenrechter achtte onvoldoende onderbouwd waarom dit in de weg zou staan aan de uitkering van een voorschot aan eiser als erfgenaam. Er is immers gesteld noch gebleken dat eiser als erfdeel een van de onroerende goederen toegedeeld wil krijgen. Het moet er daarom op gehouden worden dat eiser als erfgenaam aanspraak wil maken op een deel van de liquide middelen.
De advocaat van gedaagden had zich op het standpunt gesteld dat niet uitsluitend aan eiser een voorschot kan worden uitgekeerd, aangezien alle erfgenamen gelijk gerechtigd zijn en gelijk dienen te worden behandeld. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter valt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien waarom onder de geschetste omstandigheden niet aan slechts één van de erfgenamen een voorschot zou kunnen worden toegekend. Het gaat immers slechts om een voorschot. Overigens is door gedaagden onvoldoende aangetoond dat de omvang van de nalatenschap het niet zou toelaten dat aan alle erfgenamen een voorschot van € 25.000,- wordt voldaan.
Heeft u vragen over de verdeling van een erfenis, het erfdeel (kindsdeel) in een erfenis of over de afwikkeling van een nalatenschap, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.