De Rechtbank Noord-Holland heeft op 2 juli 2020 uitspraak gedaan over een verzoek tot het opheffen van een testamentair bewind, ingesteld bij een testament dat was  opgemaakt vóór 1 januari 2003.

Verzoek tot opheffen testamentair bewind ex artikel 4:178 lid 2 BW.

Verzoeker verzoekt de rechtbank bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het testamentair bewind op te heffen.

Verzoeker legt aan zijn verzoek ten grondslag de korte tijd voor het overlijden van de bewindvoerder gesloten overeenkomst tussen de bewindvoerder en verzoeker ter definitieve beëindiging van de bewindvoering.

Verzoek tot het opheffen van een testamentair bewind. Overgangsrecht.

De rechter oordeelt als volgt.

Het testamentair bewind is ingesteld bij testament van 27 maart 2002 en van kracht geworden met het overlijden van erflaatster op 20 juni 2002.

Het testamentair bewind is derhalve ingesteld en van kracht geworden onder het vóór 1 januari 2003 geldende erfrecht.

Het betreft een testamentair bewind dat uitsluitend is ingesteld in het belang van de rechthebbende.

Artikel 4:178 lid 2 BW is per 1 januari 2003 in werking getreden en luidt als volgt: 

“de rechtbank kan een zodanig bewind ook opheffen op verzoek van de bewindvoerder op grond van onvoorziene omstandigheden en voorts indien aannemelijk is dat de rechthebbende de onder bewind staande goederen zelf op verantwoorde wijze zal kunnen besturen. Na verloop van vijf jaren na het overlijden van de erflater kan het bewind op deze laatste grond ook worden opgeheven op verzoek van de rechthebbende.

Het oude erfrecht kende geen met art. 4:178 lid 2 tweede zin vergelijkbare bepaling.

Het overgangsrecht neemt als uitgangspunt dat aan huidig erfrecht onmiddellijke werking toekomt (artikel 68a Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek, hierna: ONBW).

Op deze hoofdregel bestaan echter uitzonderingen.

Op grond van artikel 134 ONBW is op een testamentair bewind dat is ingesteld bij een vóór 1 januari 2003 opgemaakt testament vanaf dat tijdstip of, indien het bewind nadien van kracht wordt, vanaf dit latere tijdstip titel 4.5.7 BW van toepassing, behoudens voor zover bepalingen in het testament daarvan afwijken.

Aangezien het testament niet afwijkt van, en zelfs vooruit loopt op het bepaalde in artikel 4:178 lid 2 tweede zin BW, is dit wetsartikel op het onderhavige testamentaire bewind van toepassing.

Op grond van het procesreglement verzoekschriftprocedures is niet de kantonrechter maar de rechtbank bevoegd verzoeken met betrekking tot opheffing van een testamentair bewind te beoordelen.

De Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, is naast het bepaalde in het testament van erflaatster, ook bevoegd van het verzoek kennis te nemen omdat de laatste woonplaats van de bewindvoerder was gelegen in Heiloo.

Verzoeker kan derhalve worden ontvangen in zijn verzoek.

Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord of is voldaan aan de voorwaarde dat aannemelijk is dat verzoeker de onder het testamentair bewind staande goederen zelf op verantwoorde wijze zal kunnen besturen.

De rechtbank overweegt dat de termijn van vijf jaar na het overlijden van de erflaatster als genoemd in artikel 4:178 lid 2 tweede volzin BW is verstreken.

Daarnaast zijn verzoeker en de bewindvoerder blijkens hun overeenkomst van 17 oktober 2011 reeds eerder op 29 juli 2009 een gedeeltelijke opheffing van de bewindvoering overeengekomen.

Gezien het voorgaande acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat verzoeker in staat is de onder het testamentair bewind staande goederen zelf op verantwoorde wijze zal kunnen besturen.

Het voorgaande leidt ertoe dat het verzoek zal worden toegewezen in die zin dat het bewind over hetgeen verzoeker uit de nalatenschap van erflaatster heeft verworven zal worden opgeheven.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.