Van onze advocaat erfrecht. De vereffenaar van een nalatenschap heeft aan de kantonrechter een aanwijzing gevraagd welke betrekking heeft op een tot de nalatenschap behorende woonark. De vereffenaar wil de woonark verkopen, maar deze wordt nog bewoond door de zoon van erflater. De zoon is bereid om de woonark te verlaten en heeft ook een vervangende woonruimte gevonden voor een huurprijs van € 700,-. De zoon heeft echter geen inkomen om deze huur te kunnen bekostigen. De vereffenaar stelt dat er twee opties zijn om de woonark onbewoond te krijgen, zodat de verkoop kan starten. De eerste optie is het voeren van een gerechtelijke procedure tegen de zoon. Echter, dit zal kosten met zich meebrengen die ten laste van de nalatenschap komen. Bovendien zijn de uitkomst van de procedure en de tijd die de procedure in beslag zal nemen onzeker. De tweede optie is dat de nalatenschap een lening van € 8.400,- aan de zoon verstrekt, zodat hij voor 1 jaar de huur kan betalen. De vereffenaar meent dat de tweede optie in het belang van de vereffening van de nalatenschap is. De vereffenaar vraagt de kantonrechter een aanwijzing te geven conform optie twee.
De rechtbank Midden-Nederland heeft zich op 3 juli 2015 uitgesproken. Op grond van artikel 4:120 lid 1 BW kan de vereffenaar de kantonrechter verzoeken om een aanwijzing te geven als er sprake is van een gegronde reden. In de onderhavige zaak is er grond voor een aanwijzing omdat het verstreken van een lening aan de zoon door de boedel, zonder dat direct duidelijk is wanneer de zoon deze lening zal terugbetalen, niet zonder meer in het belang van de boedel kan worden geacht. De woonark heeft een substantiële waarde, namelijk tussen de € 500.000,- en € 600.000,-. Het is in het belang van de vereffening dat de woonark zo spoedig mogelijk wordt verkocht en de zoon deze zo spoedig mogelijk verlaat. De snelste manier om ervoor te zorgen dat de zoon de woonark verlaat is dat hij per 1 augustus 2015 zijn intrek neemt in een nieuwe woning. Een gerechtelijke procedure kan lang duren en brengt (hoge) kosten met zich mee. Verder staat het niet zonder meer vast dat de zoon zal worden veroordeeld om de woonark op korte termijn te ontruimen. Voorts is van belang dat de tweede optie niet zonder meer kosten voor de nalatenschap meebrengt, omdat die optie uitgaat van een lening. Daarbij komt dat het uit te lenen bedrag € 8.400,- bedraagt, wat afgezet tegen de te verwachtte opbrengst van de woonark maakt dat de kantonrechter aanleiding ziet om een aanwijzing te geven conform optie twee. Bel onze advocaat erfrecht als u vragen heeft: 020-3980150.