Van onze advocaat verdeling erfenis. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 16 april 2019 uitspraak gedaan over de Nederlandse rechtsmacht bij een grensoverschrijdende afwikkeling van een erfenis.

Het geschil tussen partijen betreft de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden van erflater en de vererving en verdere afwikkeling van de nalatenschap van de erflater.

De Nederlandse rechtsmacht bij een grensoverschrijdende afwikkeling van een nalatenschap. Europese Erfrechtverordening. Europese Verordening Huwelijksvermogensstelsels.

De rechter oordeelt als volgt.

Deze zaak is grensoverschrijdend nu erflater zijn laatste gewone verblijfplaats had in België en op het huwelijksvermogensregime van erflater Belgisch recht van toepassing is.

Rechtsmacht ten aanzien van de vererving en afwikkeling van de nalatenschap van erflater

Ter zake van de vererving en de afwikkeling van de nalatenschap van erflater is de Nederlandse rechter bevoegd op grond van artikel 2 Rv.

De nalatenschap van erflater is opengevallen vóór 17 augustus 2015, zodat de Europese Erfrechtverordening (Verordening EU nr. 2012/650) niet van toepassing is (artikel 83 lid 1 van deze verordening).

Er zijn ook geen andere verdragen of verordeningen die de rechtsmacht van de Nederlandse rechter in dit geval regelen.

De bevoegdheidsregels uit het Nederlands-Belgische Executieverdrag van 28 maart 1925 vinden geen toepassing, omdat alle partijen de Nederlandse nationaliteit hebben (artikel 9 van dit verdrag).

Rechtsmacht ten aanzien van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden

Ook ter zake van dit onderdeel van het geschil is de Nederlandse rechter bevoegd op grond van artikel 2 Rv.

De eiser heeft haar rechtsvorderingen bij dagvaarding van 16 januari 2015 ingesteld, zodat de Europese Verordening Huwelijksvermogensstelsels (Verordening EU nr. 2016/1103) nog niet van toepassing is.

Artikel 69 lid 1 van deze verordening bepaalt immers dat zij slechts van toepassing is op rechtsvorderingen die zijn ingesteld op of na 29 januari 2019.

Ook hier geldt dat er geen andere verdragen of verordeningen zijn die de rechtsmacht van de Nederlandse rechter in dit geval regelen en dat de bevoegdheidsregels uit het Nederlands-Belgische Executieverdrag van 28 maart 1925 geen toepassing vinden, omdat alle partijen de Nederlandse nationaliteit hebben (artikel 9 van dit verdrag).

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag over het internationale erfrecht, over rechtsmacht van de Nederlandse rechter in het internationale erfrecht, over de Europese Erfrechtverordening of de Europese Verordening Huwelijksvermogensstelsels, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.