Van onze advocaat verdeling erfenis. Vader en moeder waren in gemeenschap van goederen gehuwd en vader overlijdt na moeder. Vader heeft tijdens leven aan de vier kinderen hun erfdelen in contanten uitbetaald, maar de woning is echter nog niet op vaders naam gezet.
Om de schulden van vaders nalatenschap te kunnen voldoen, is het nodig de woning te gelde te maken. Drie van de vier erfgenamen van vader en de executeur eisen in kort geding hiervoor medewerking van de vierde erfgenaam (zoon).
De zoon erkent in 1996 van vader een bedrag als zijn aandeel in moeders nalatenschap te hebben ontvangen, maar betwist dat hij die betaling als zijn erfdeel heeft geaccepteerd. Uit het behoud van dit bedrag mochten de andere erfgenamen volgens de rechtbank afleiden dat de zoon het bedrag als erfdeel aanvaardde, ook al wisten zij dat hij aanvankelijk de woning zelf wilde hebben. De rechtbank vindt aannemelijk dat moeders nalatenschap is verdeeld en de verdeling nog slechts juridisch geëffectueerd moet worden door notariële levering.
Omdat de zoon zijn medewerking alleen weigert om de verdeling tegen te houden en het belang van deelgenoten bij verdeling in beginsel is gegeven (art. 3:178 BW), oordeelt de rechtbank dat de zoon misbruik maakt van zijn bevoegdheid. De rechter veroordeelt de zoon tot medewerking aan de verdeling, met benoeming van een onzijdig persoon voor het geval de zoon niet meewerkt. De vordering om de verdeling vast te stellen wijst de rechtbank af, omdat een dergelijke constitutieve uitspraak in kort geding niet gedaan kan worden.
Heeft u last van een erfgenaam die niet wil meewerken aan de verdeling? Laat onze advocaat verdeling erfenis u dan adviseren: 020-3980150 of kijk hier op de algemene pagina over de verdeling van een erfenis.