De wet regelt dat een executeur die klaar is met zijn werk, zij beheer beëindigd en de goederen (het geld) ter beschikking van de erfgenamen stelt. De erfgenamen zijn vervolgens bevoegd tot verdeling, niet de executeur.
Toch oordeelde de kantonrechter te Alkmaar als volgt:
In casu was er een executeur en één erfgenaam die niet wilde meewerken. De executeur had zich tot de kantonrechter gewend met de vraag om een aanwijzing. Allereerst oordeelde de kantonrechter dat hij niet bevoegd was tot het geven van een aanwijzing omdat er “een tot voldoening van de opeisbare schulden van de nalatenschap bevoegde executeur is, die heeft aangetoond dat de goederen van de nalatenschap ruimschoots toereikend zijn om de nalatenschapsschulden te voldoen, behoeft de nalatenschap niet volgens de regels van Afdeling 3 van Boek 4 van het BW te worden vereffend (artikel 4:202 lid 1 onder a BW). Dit betekent dat de kantonrechter geen bevoegdheid heeft om aanwijzingen te geven als bedoeld in artikel 4:210 lid 1 BW”.
Het verzoek aan de kantonrechter om de aanwijzing te geven dat verdere pogingen om [naam] te bereiken, te staken, komt dan ook niet voor toewijzing in aanmerking. Het is de taak van de executeur om de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen.
Voorts oordeelde de kantonrechter: “In artikel 4:150 lid 1 BW is bepaald dat de executeur die zijn taak heeft volbracht, bevoegd is zijn beheer te beëindigen door de goederen van de nalatenschap ter beschikking van de erfgenamen te stellen. In het vierde lid van dat artikel is vervolgens bepaald dat indien niet alle erfgenamen bekend zijn of niet alle erfgenamen bereid zijn de goederen in ontvangt te nemen, dan dient de executeur op grond van artikel 4:225 BW de erfgenamen door oproepringen in dagbladen of andere doelmatige middelen op te sporen. Daarna dient de executeur, indien een erfgenaam zich niet bereid toont het hem toekomende goed in ontvangst te nemen, dit af te geven aan de Staat”.
En:
De bevoegdheid van de executeur om de goederen van de nalatenschap te verdelen en af te geven aan de erfgenamen dan wel de Staat ligt in het voorgaande besloten zonder dat hiervoor een machtiging van de kantonrechter vereist is.
Dat laatste is nieuw. Omdat de executeur niet tot verdelen bevoegd is, was tot op heden een procedure verdeling nodig om een deel van de nalatenschap te kunnen afgeven aan de welwillende erfgenamen en een deel aan de Staat voor een niet werkende erfgenaam. Nu zegt de kantonrechter letterlijk: Het is echter aan de executeur om de verdeling te effectueren.
Dat is een hele vooruitgang voor erfgenamen die worden geconfronteerd met een erfgenaam die niet wil meewerken.
Lees hier de hele uitspraak.