De Rechtbank Noord-Holland heeft enige tijd geleden uitspraak gedaan over de inbrengplicht van giften bij de vaststelling en berekening van de legitieme.

In deze procedure moet, nu van het tegendeel niet is gebleken, ervan worden uitgegaan dat eiseres de afstammeling van erflater is en door de wet als erfgenaam tot de nalatenschap is geroepen.

Uit dien hoofde kan zij, als legitimaris ex artikel 4:63 BW, aanspraak maken op de legitieme portie.

Legitieme. Gift. Inbrengplicht? Informatieplicht over de legitieme.

De rechter oordeelt als volgt.

De vordering tot het verstrekken van inzage in relevante gegevens is toewijsbaar.

Uit artikel 4:78 BW volgt immers dat de legitimaris die niet erfgenaam is (hier eiseres) jegens onder meer de executeur aanspraak kan maken op inzage en een afschrift van alle bescheiden die zij voor de berekening van haar legitieme portie behoeft en dat de executeur haar desverlangd alle daartoe strekkende inlichtingen verstrekt.

Onder die bescheiden behoort in elk geval een deugdelijke boedelbeschrijving die gedaagde uit hoofde van zijn executeurschap hoe dan ook had moeten maken (zie artikel 4:146 BW).

Met het uitsluitend over leggen van enkele bankafschriften is niet aan de verplichtingen zoals bedoeld in de artikelen 4:78 en 4:146 BW voldaan.

De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen zoals na te melden.

De vordering ziet op een gift van circa € 9.000,- die eiseres van erflater zou hebben gekregen.

Gedaagde stelt dat eiseres gehouden is tot inbreng van dat bedrag in de nalatenschap.

De hiervoor bedoelde inbrengbepaling heeft in deze geen betekenis nu op grond van het bepaalde in artikel 4:229 BW uitsluitend erfgenamen tot inbreng verplicht kunnen zijn.

Eiseres is door erflater echter onterfd en derhalve geen erfgenaam.

De omstandigheid dat eiseres aanspraak heeft gemaakt op de legitieme maakt dit niet anders: die aanspraak is een verbintenisrechtelijke vordering op de nalatenschap en maakt eiseres niet tot erfgenaam.

Voorts geldt dat voor zover eiseres al tot enige inbreng gehouden zou zijn, deze inbreng ex artikel 4:233 BW nooit groter kan zijn dan het aan haar toekomende aandeel in de nalatenschap.

Het voorgaande maakt tevens dat de discussie tussen partijen over de vraag of eiseres het gespaarde bedrag van € 9.000,- al dan niet heeft ontvangen, irrelevant.

De vordering worden afgewezen.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat legitieme over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, over het berekenen van de legitieme of over het inbrengen van giften en schenkingen, belt u dan gerust onze advocaat legitieme op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de legitieme, bezoek dan onze website over de legitieme. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.