Van onze advocaat kindsdeel erfrecht. Op 7 maart 2017 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan over inzagerecht in de stukken van de erfenis bij de verdeling van de nalatenschap van de overleden ouders.
De advocaat van erfgenaam A vordert, samengevat, verdeling van de nalatenschap van vader, die volgens hem enkel nog bestaat uit een bank- en spaarrekening. De advocaat van erfgenaam B vordert, samengevat, verdeling van de nalatenschappen van beide ouders. Bij erfgenaam B bestaat het ernstige vermoeden dat er onvolkomenheden in de administratie bestaan. Erfgenaam B vraagt zich af waar al het geld is gebleven.
Inzagerecht en informatieplicht
Volgens erfgenaam B is de administratie van vader gezamenlijke eigendom van de erfgenamen, zodra erfgenaam A op die grond gehouden is om aan erfgenaam B inzage daarin te verstrekken. Volgens erfgenaam A is de gehele administratie van vader gedurende ruim twee jaren onder de notaris geweest en heeft B inzage hierin gehad. Bovendien zijn alle relevante stukken in het geding gebracht, waaronder overzichten van de spaarrekening.
De rechter overweegt als volgt. B heeft als mede-erfgenaam rechtmatig belang bij inzage van de administratie gelet op zijn stelling dat erfgenaam A gelden aan het vermogen van erflaatster heeft onttrokken. Die inzage heeft B echter al gehad en dat heeft geleid tot het overgelegde overzicht. B heeft niet gespecificeerd ten aanzien van welke onderwerpen in het bijzonder nogmaals inzage benodigd is. Verder neemt de rechter in aanmerking dat de procedure al de nodige stukken, waaronder bankafschriften, belastingaangiften en jaarstukken, in het geding zijn gebracht. Onder deze omstandigheden is A naar het oordeel van de rechter niet gehouden om B opnieuw inzage te verstrekken.
Rekening en verantwoording
Volgens B heeft A ondeugdelijk beheer over de bankrekeningen van vader en moeder gevoerd. B verdenkt A verder van oneigenlijk gebruik van de bankpas van vader. Zo zijn er blijkens de overgelegde bankafschriften kort na de datum van overlijden nog diverse afschrijvingen gedaan die evident niet ten behoeve van vader kunnen zijn geweest. Volgens A heeft hij nooit de financiële belangen van zijn ouders behartigd. Wel hebben de ouders op enig moment de echtgenote van A gemachtigd ter zake van hun bankrekeningen.
De rechter oordeelt hierover als volgt. Volgens vaste rechtspraak kan een verplichting tot het doen van rekening en verantwoording worden aangenomen indien tussen partijen een rechtsverhouding bestaat of heeft bestaan krachtens welke de een jegens de ander verplicht is om zich omtrent de behoorlijkheid van enig vermogensrechtelijk beleid te verantwoorden. Een zodanige verhouding kan voortvloeien uit de wet, een rechtshandeling of ongeschreven recht (HR 9 mei 2014, NJ 2014/251). Naar het oordeel van de rechter heeft B onvoldoende gesteld ten aanzien van het bestaan van een dergelijke verhouding tussen A enerzijds en de ouders anderzijds. Het enkele feit dat de echtgenote van A op enig moment door hen gemachtigd is, acht de rechter daartoe onvoldoende.
Het kindsdeel bij de verdeling van de nalatenschappen van vader en moeder
De rechter constateert dat A een bevel tot verdeling vordert op grond van artikel 3:178 l BW terwijl B een verdeling door de rechter wenst te bewerkstelligen langs de weg van artikel 3:185 BW. Nu uit de stellingen van partijen volgt dat er sprake is van onenigheid tussen de deelgenoten over de verdeling en niet zozeer van een onwillige deelgenoot, ligt het meer voor de hand om dat op de voet van artikel 3:185 lid 1 BW tot vaststelling van de verdeling wordt overgegaan.
De gezamenlijke erfgenamen zijn niet ingegaan op de samenstelling en de omvang van de nalatenschap van moeder. De rechter is van oordeel dat dit in het midden kan blijven, omdat partijen thans gezamenlijk – elk voor een derde deel – tot beide nalatenschappen gerechtigd zijn. Met verdeling van hetgeen na het overlijden van vader aan bezittingen en schulden resteert, kan de nalatenschap van moeder dus eveneens verdeeld worden geacht.
Heeft u vragen over het kindsdeel, de verdeling van een erfenis of over de informatieplicht en het inzagerecht in het erfrecht, bel dan gerust onze advocaat kindsdeel op 020-3980150.