Van onze advocaat verdeling erfenis. Op 7 juni 2017 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan over de informatieplicht van de langstlevende echtgenoot jegens de kinderen over de erfenis.
De advocaat van eisers heeft aan de vordering om gedaagde op grond van artikel 843a Rv te veroordelen tot afgifte van bescheiden het volgende ten grondslag gelegd.
Eisers en gedaagde zijn allen erfgenamen van erflater. Eisers wensen aan de hand van de bescheiden na te gaan of de bij akte van 2 april 2013 vastgestelde vorderingen wegens overbedeling van gedaagde juist zijn. Eisers als erfgenamen vermoeden dat gedaagde in dat kader gegevens voor hen heeft achtergehouden. De advocaat van eisers vordert inzage in bescheiden die betrekking hebben op de vennootschap ( een BV) en op de nalatenschap van de in 2002 overleden erflater en gedaagde en de door erflater gesloten overlijdensrisicoverzekering.
Tussen partijen is in geschil welke informatieverplichtingen, in het kader van deze vaststelling van huwelijksgoederengemeenschap, nalatenschap en de uit de ouderlijke boedelverdeling voortvloeiende vorderingen, op gedaagde rusten jegens eisers als erfgenamen.
De ouderlijke boedelverdeling en het overgangsrecht
Het testament uit 1999 van de in 2011 overleden erflater omvat een ouderlijke boedelverdeling in de zin van artikel 4:1167 BW (oud). Op grond hiervan zijn alle goederen van de nalatenschap toegedeeld aan gedaagde onder de verplichting om alle schulden van de nalatenschap voor haar rekening te nemen, waarbij aan eisers zijn toegedeeld de niet-opeisbare vorderingen wegens overbedeling ten laste van gedaagde.
Sinds 1 januari 2003 kent de wet de ouderlijke boedelverdeling niet langer (artikel 4:42 lid 1 BW). Dit neemt niet weg dat een onder oud recht (vóór 1 januari 2003) gemaakt testament met een ouderlijke boedelverdeling zijn gelding blijft behouden, ook in het geval de erflater na inwerkingtreding van het nieuwe erfrecht is overleden. Uit artikel 79 Overgangswet Nieuw BW volgt dat een onder oud recht verrichte rechtshandeling niet nietig of vernietigbaar wordt na inwerkingtreding van de nieuwe wet.
De rechtbank is van oordeel dat uit de ouderlijke boedelverdeling in het testament van erflater voortvloeit dat eisers en gedaagde als erfgenamen jegens elkaar gehouden zijn tot het opmaken van een boedelbeschrijving ten tijde van het overlijden van erflater van zowel de huwelijksgoederengemeenschap (waarin erflater en gedaagde waren gehuwd) als de daarvan deel uitmakende nalatenschap, zodat aan de hand daarvan de omvang van de vorderingen van eisers jegens gedaagde kunnen worden vastgesteld.
De informatieplicht van erfgenamen
De regeling van artikel 4:16 lid 4 BW, geschreven voor de sinds 1 januari 2003 geldende wettelijke verdeling, kan geacht worden analoog van toepassing te zijn in geval van een ouderlijke boedelverdeling: de echtgenoot (gedaagde) en de kinderen (eisers) hebben jegens elkaar recht op inzage in en afschrift van alle bescheiden en andere gegevensdragers, die zij voor vaststelling van hun aanspraken behoeven. De daartoe strekkende inlichtingen dienen des verzocht aan elkaar te worden verstrekt. Zij zijn tevens jegens elkaar gehouden tot medewerking aan het verstrekken van inlichtingen door derden (Rechtbank Amsterdam 24 juni 2009, RBAMS: BL6729). Dit kader geeft anderzijds ook de begrenzing van het recht op inlichtingen: het recht op informatie jegens elkaar strekt niet verder dan het opstellen van de hiervoor genoemde boedelbeschrijving van huwelijksgoederengemeenschap en nalatenschap en vaststelling van de na de ouderlijke boedelverdeling resterende vordering van eisers als erfgenamen jegens gedaagde.
Heeft u vragen over de verdeling van een erfenis, over het verstrekken van informatie over een erfenis of over inzage in bescheiden van de erfenis, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.