Van onze advocaat bedrijfsovername. Onlangs heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan over een garantie bij de overname van een deelneming in een onderneming door een aandelentransactie en de overdracht van de activa van de onderneming.

S heeft aan Z de rekening-courant vordering van S op N verkocht voor € 144.021,62. De ratio van de koop en verkoop van de vordering was dat S na de overdrachtsdatum geen bestuurder en aandeelhouder meer zou zijn van N. Daarom wilde S haar vordering uit rekening-courant op N betaald krijgen bij verkoop van de aandelen. Z zou de vordering tegen nominale waarde kopen.

Z verwijt S ten onrechte dat zij voor de door N geleverde goederen heeft betaald door verrekening in rekening-courant. Voor het eigen vermogen van N maakt het geen verschil of S een bedrag stort op de bankrekening van N of dat haar rekening-courant vordering op N afneemt met een zelfde bedrag. In beide gevallen wordt betaald voor de uitgeleverde goederen.

Met haar vordering ter zake van de rekening-courant miskent Z bovendien dat partijen hebben beoogd om een integrale onderneming over te dragen en niet om aandelen over te dragen en een daarvan losstaande vordering. Indien S Z zou moeten compenseren ter zake van de lagere waarde van de vordering op N, zou S per saldo een lager bedrag voor de overgedragen onderneming ontvangen dan zij mocht verwachten.

De rechtbank oordeelt hierover als volgt.

Beide partijen beroepen zich op de inhoud van de overeenkomst. Bij uitleg van de bepalingen uit overeenkomsten als de onderhavige komt het aan op de zin die partijen daaraan in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De bewoordingen van de uit te leggen passages zijn uiteraard niet zonder betekenis. Onder omstandigheden kan ook daaraan een beslissende betekenis toekomen.

Dat de overdrachtsdatum afweek van de balansdatum doet er niet aan af dat het bestaan en de omvang van de over te dragen vordering door S werden gegarandeerd. Juist is dat partijen niet uitdrukkelijk zijn overeengekomen dat een eventueel verschil in waarde van de vordering per overdrachtsdatum ten opzichte van de balansdatum zou worden verrekend. Naar het oordeel van de rechtbank mocht Z er echter van uitgaan dat de genoemde nominale waarde door S werd gegarandeerd. Indien de overeenkomst zou worden uitgelegd in de door S bepleite zin, dat wil zeggen dat het S tussen balansdatum en overdrachtsdatum vrij stond om willekeurig welke hoeveelheid goederen van N af te nemen en in rekening-courant te laten verrekenen, zouden de door S aan Z verstrekte garanties zonder betekenis zijn. Dan had S de waarde van de over te dragen vordering zelfs kunnen terugbrengen tot nihil.

De rechtbank acht derhalve evident dat het S op grond van de inhoud van de gemaakte afspraken niet vrij stond om tussen de balansdatum en de overdrachtsdatum nog een bedrag van omstreeks € 42.000,00 in rekening-courant te laten verrekenen ter zake van goederen die zij in die periode door N aan zich had laten leveren.

Het verweer van S dat partijen hebben beoogd een integrale onderneming over te dragen en niet om aandelen over te dragen en een daarvan losstaande vordering, kan S evenmin baten. Dat partijen hebben beoogd om een integrale onderneming over te dragen, is niet tegenstrijdig met het overdragen van de aandelen, activa (inclusief machines) en de vordering. Daarmee werd in de beleving van partijen immers de integrale onderneming, althans de activiteiten, overgedragen. Opmerking verdient in dit verband nog dat de vordering op N in die zin een bijzonder element in de transactie vormde, dat die juist niet tot het vermogen van N behoorde. S wenste die vordering op N echter voor de nominale waarde over te dragen omdat zij na de transactie geen zeggenschap meer zou hebben in N. Zij wenste uiteraard niet het risico te lopen dat in de toekomst zou blijken dat N die vordering niet zou kunnen voldoen en daarvoor geen verhaal meer zou bieden.

Wat partijen volgens de tekst van de overeenkomst zijn overeengekomen, komt neer op overdracht van de onderneming plus overdracht van de vordering. Zoals eerder weergegeven, komt het bij uitleg van de bewoordingen die zijn gebruikt bij het opstellen van de bepalingen in een overeenkomst als de onderhavige aan op de zin die partijen daaraan in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Het gaat derhalve niet alleen om wat S verwachtte, maar ook om hetgeen zij redelijkerwijs van Z mocht verwachten en wat Z redelijkerwijs van haar mocht verwachten. S heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die een uitleg kunnen rechtvaardigen die in feite voorbijgaat aan de inhoud van de overeenkomsten. Op een dergelijke interpretatie hoefde Z eenvoudigweg niet bedacht te zijn. De over de overdracht van de aandelen, activa en vordering gemaakte en vastgelegde afspraken dienen partijen in beginsel gewoon na te komen. Dat S mogelijk achteraf spijt heeft van die afspraken of van mening is dat het voor haar toch gunstiger was geweest om de overdrachtsdatum en de balansdatum gelijk te laten vallen, rechtvaardigt, wat daar ook van zij, niet dat de gemaakte afspraken thans alsnog anders worden uitgelegd dan de tekst en strekking van de overeenkomsten meebrengen.

Uit de stellingen van partijen begrijpt de rechtbank dat S tussen de balansdatum en de overnamedatum een bedrag van omstreeks € 42.000,00 ter zake van door N aan S geleverde goederen ten onrechte heeft laten verrekenen in rekening-courant. De vordering van Z met betrekking tot dit onderdeel bedraagt weliswaar € 46.460,65, maar over dat bedrag is ter comparitie door Z medegedeeld dat daar ook in is begrepen een door de accountant toegepaste boekhoudkundige correctie in verband met de aansluiting van de rekening-courant. Nu de stelling over die boekhoudkundige correctie en de precieze omvang van die correctie onvoldoende is uitgewerkt en niet adequaat is gedocumenteerd door Z, kon S daartegen geen gemotiveerd verweer voeren en kan de rechtbank daar niet over oordelen. Daarom zal de rechtbank ter zake van dit onderdeel van de vorderingen alleen toewijzen het in ieder geval door S verschuldigde bedrag van € 42.000,00.

Heeft u vragen over een bedrijfsovername, garantie bij een bedrijfsovername of garanties in contracten in het ondernemingsrecht, belt u dan gerust onze advocaat bedrijfsovername op 020-3980150.