Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft op 5 oktober 2021 uitspraak gedaan over de vraag of er sprake was van stilzwijgende zuivere aanvaarding van een nalatenschap door het zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud gedragen als erfgenaam door het verrichten van betalingen aan een advocaat.
Appellant stelt dat hij zich niet als een zuiver aanvaard hebbend erfgenaam heeft gedragen, aangezien hij de betalingen heeft verricht in opdracht van executeur, de executeur-testamentair.
De executeur heeft de benoeming tot executeur direct na het overlijden van moeder aanvaard.
Appellant heeft vervolgens in opdracht van executeur betalingen verricht van de bankrekening van moeder.
Appellant stelt verder dat hij door de betalingen die hij heeft gedaan zich niet heeft gedragen als heer en meester noch als zuiver aanvaard hebbende erfgenaam.
Erfrecht. Zuivere aanvaarding. Stilzwijgende aanvaarding van een nalatenschap door het zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud gedragen als erfgenaam door betalingen te doen?
De rechter oordeelt als volgt.
Het hof zal de grieven gezamenlijk behandelen en overweegt als volgt.
De vraag of appellant de nalatenschap zuiver heeft aanvaard moet worden beantwoord met inachtneming van artikel 4:192 lid 1 BW, zoals dat geldt vanaf 1 september 2016.
De gedragingen van appellant, die volgens geïntimeerde tot zuivere aanvaarding hebben geleid, hebben immers na deze datum plaatsgevonden.
Op grond van dit artikel is van een zuivere aanvaarding alleen sprake als een erfgenaam beschikkingshandelingen verricht door goederen van de nalatenschap te verkopen, bezwaren of op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers te onttrekken.
Het gaat aldus om beschikkingshandelingen, die zo ingrijpend zijn dat de erfgenaam daarmee ‘als heer en meester’ heeft beschikt over de nalatenschap.
Het hof is van oordeel dat appellant door zijn gedragingen goederen (gelden) aan het verhaal van schuldeisers heeft onttrokken.
Aldus heeft hij handelingen verricht die zo ingrijpend zijn, dat hij als erfgenaam daarmee ‘als heer en meester’ heeft beschikt over de nalatenschap.
Het hof overweegt daartoe als volgt.
Vaststaat dat appellant twee facturen ad € 7.635,32 en € 8.415,14 van de advocaat heeft betaald van de rekening van de nalatenschap.
Deze facturen hadden betrekking op advocaatwerkzaamheden die de advocaat heeft verricht voor de executeur, maar ook voor appellant.
Immers, in zijn brief van 24 november 2016 aan appellant en aan executeur, met als onderwerp “opdrachtbevestiging appellant en executeur / advies” schrijft advocaat onder meer:
“ Werkzaamheden. U heeft ons verzocht om u bij te staan in de gerezen problemen rondom de afwikkeling van de nalatenschap van uw moeder/tante [moeder van partijen]. Ingevolge het testament van erflaatster d.d. 4 augustus 2004 is de heer A benoemd tot executeur. Inmiddels is hij aangeschreven door de notaris die optreedt namens de zus en broer van de heer [appellant] . Daarin wordt onder meer de afwikkeling van de koopovereenkomst uit 1979, u genoegzaam bekend, aan de orde gesteld. Vooralsnog lopen uw belangen parallel, reden waarom wij voor u beiden kunnen optreden. Mocht deze situatie op enig moment wijzigen, dan zullen wij ons moeten beraden op onze positie. Verder spraken wij af dat de heer [executeur] zal optreden als onze contactpersoon voor u beiden. Wij bespraken dat in deze op diverse punten en op korte termijn een beslissing moet worden genomen. Onder meer dient de heer [executeur] te beslissen of hij zijn benoeming tot executeur zal aanvaarden, dan wel of hij gebruik zal maken van zijn bevoegdheid om een ander met die taak te belasten. De heer [appellant] dient te bepalen of hij de nalatenschap (beneficiair) zal aanvaarden of verwerpen. Om deze (en andere) vragen te beantwoorden, dienen wij nadere informatie in te winnen en zal (deels gebaseerd op aannames) een aantal rekenvoorbeelden worden uitgewerkt. Wij maakten daartoe reeds een aanvang en overlegden hedenochtend uitvoerig met elkaar […]. De komende periode zullen wij een vervolg geven aan dit overleg. Daarnaast verzond ik alvast bijgevoegd bericht aan [notaris], er toe strekkend om enig respijt te krijgen voor de diverse te nemen beslissingen en voor beantwoording van de gestelde vragen. […]”
Gezien het voorgaande is het hof met de rechtbank van oordeel dat het onderzoek door de advocaat naar de vraag of appellant de nalatenschap van moeder (al dan niet beneficiair) moet aanvaarden of verwerpen, niet kan worden aangemerkt als een opdracht ten behoeve van de nalatenschap.
De facturen die appellant heeft voldaan van de bankrekening van moeder hebben in ieder geval deels betrekking op de werkzaamheden die de advocaat voor appellant persoonlijk heeft verricht.
Door deze betaling vanaf de bankrekening van moeder, heeft appellant een privéschuld van hemzelf voldaan.
Appellant stelt weliswaar dat hij in opdracht van executeur deze facturen heeft voldaan, maar dat laat onverlet dat de advocaat werkzaamheden heeft verricht voor appellant persoonlijk.
Voor deze werkzaamheden kan de executeur als executeur dan ook geen opdracht aan appellant geven om deze te voldoen van de rekening van de nalatenschap.
Het hof gaat voorbij aan de stelling van appellant, inhoudende dat hij niet aanwezig is geweest bij de bespreking met de advocaat, nu uit de boven geciteerde brieven en uit de overgelegde urenspecificaties duidelijk blijkt dat er door de advocaat werkzaamheden voor appellant zelf zijn verricht.
Het lag op de weg van appellant om, indien hij geen opdracht aan de advocaat had gegeven, bij de ontvangst van de opdrachtbevestiging hiertegen bezwaar te maken.
Dit heeft hij niet gedaan.
De stelling van appellant dat de executeur alleen de opdracht aan de advocaat heeft gegeven voor de werkzaamheden en dat de executeur aan appellant opdracht heeft gegeven om de factuur te betalen maakt het voorgaande niet anders.
Immers, de taak van een executeur-testamentair is de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van die nalatenschap te voldoen.
Het behoort niet tot zijn taak om ten behoeve van een in een testament benoemde erfgenaam uit te laten zoeken of deze de nalatenschap moet aanvaarden of verwerpen.
Dat de facturen van de advocaat, werkzaam bij advocatenkantoor B , door het advocatenkantoor zijn gecorrigeerd doet er niet aan af dat een privéschuld van appellant is voldaan vanuit de rekening van de nalatenschap.
Appellant heeft ook niet betwist dat het debiteurennummer, vermeld op de door hem overgelegde urenspecificaties van deze werkzaamheden, zijn debiteurennummer is.
Geïntimeerde heeft het hof nog verzocht appellant te bevelen om de desbetreffende declaraties met urenspecificaties in het geding te brengen, maar het hof wijst dit gezien het voorgaande af wegens gebrek aan belang.
Door het betalen van deze declaraties van de rekening van de nalatenschap, heeft appellant gelden aan het verhaal van schuldeisers onttrokken.
Aldus heeft hij de nalatenschap zuiver aanvaard.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, over het berekenen van de legitieme, of over zuivere of beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.
Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.