Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft op 26 juli 2022 uitspraak gedaan over de bewijslast bij een bevrijdend verweer over afgifte van sieraden uit een nalatenschap.
Appellante is de dochter van A (hierna: vader) en B (hierna: moeder).
Vader is overleden op 2 mei 2011.
Moeder is overleden op 4 maart 2018.
Appellante en haar zus waren de enige erfgenamen van moeder.
De zus was gehuwd met geïntimeerde.
Zij hadden een dochter.
De zus is overleden op 29 december 2019.
Geïntimeerde en de dochter waren de enige erfgenamen van de zus.
Partijen zijn het erover eens dat enkele sieraden tot de nalatenschap behoorden, te weten een gouden setje met een rode steen, dat bestaat uit een ketting met hanger, ring en oorbellen.
Appellante stelt dat haar zus deze sieraden heeft meegenomen.
In eerste aanleg heeft appellante hierover aangevoerd dat gedaagde wordt veroordeeld alsnog mee te werken aan verdeling van deze sieraden, dit onder toedeling aan hem tegen een nader te taxeren waarde.
Gedaagde vordert daarbij dat eiser wordt veroordeeld ten titel van overbedeling aan haar de helft van de waarde te voldoen.’
Geïntimeerde stelt dat de zus de sieraden in een doosje aan appellante heeft gegeven.
Ook zijn dochter heeft in die zin verklaard.
Appellante erkent dat het doosje aan haar is gegeven, en dat daarin sieraden zaten, maar volgens haar niet deze specifieke sieraden.
De kantonrechter heeft appellante toegelaten te bewijzen dat de sieraden niet aan haar zijn afgegeven.
Appellante is het hiermee niet eens.
Zij meent dat geïntimeerde moet bewijzen dat de sieraden wél aan haar zijn afgegeven.
Daarover gaat de grief.
Erfrecht. Verdeling van een nalatenschap. Toedeling van sieraden. Overbedeling. Bewijs van afgifte van sieraden. Bewijslastverdeling. Bewijslast bij een bevrijdend verweer.
De rechter oordeelt als volgt.
Uit de stellingen van appellante volgt dat zij bij wijze van verdeling van de nalatenschap van moeder vordert dat de sieraden aan geïntimeerde worden toegedeeld, waartegenover een uitkering aan haar behoort te staan, gelijk aan de helft van de waarde van de sieraden.
Aan deze vordering legt zij ten grondslag dat haar zus de sieraden na het overlijden van moeder heeft meegenomen.
Het ligt in de rede dat als de zus de sieraden heeft meegenomen, deze aan haar – en dus aan geïntimeerde – worden toegedeeld, tegen verrekening van de waarde.
Dat de zus de sieraden heeft meegenomen, staat vast.
Het verweer van geïntimeerde, dat de sieraden later aan appellante zijn afgegeven, is een bevrijdend verweer, waarvan geïntimeerde de bewijslast heeft.
Het hof stelt vast dat geïntimeerde geen beroep heeft gedaan op omstandigheden die reden geven een vermoeden aan te nemen dat de sieraden aan appellante zijn gegeven, of die een andere bewijslastverdeling rechtvaardigen.
Geïntimeerde zal dus moeten bewijzen dat de sieraden aan appellante zijn gegeven.
De conclusie is dat de grief slaagt.
Het hof zal het bestreden vonnis op dit punt vernietigen.
Het hof ziet voldoende aanleiding om geïntimeerde toe te laten tot het leveren van bewijs.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.
Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.