Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 24 mei 2022 uitspraak gedaan over de vraag de overeenkomst van verdeling van een nalatenschap vernietigd kon worden op grond van dwaling.
De vader van partijen is in oktober 2007 overleden.
Appellant meent dat het door vader in 2006 opgestelde testament, waarin appellant samen met zijn broer is onterfd, nietig is omdat vader destijds wilsonbekwaam was.
Verder wil appellant dat de gevolgen van de verdelingsovereenkomst die partijen in juli 2009 bij de notaris hebben getekend, en waarin de nalatenschap van moeder en de nalatenschap van vader zijn verdeeld, ter opheffing van zijn nadeel worden gewijzigd.
Erfrecht. Verdeling van een nalatenschap. Notariële verdelingsovereenkomst. Vernietiging verdeling wegens dwaling mogelijk? Uitsluiting dwalingsregeling in testament. Wilsonbekwaamheid van de erflater?
De rechter oordeelt als volgt.
Het hof stelt vast dat wanneer de overeenkomst van 7 juli 2009 niet meer zou kunnen worden aangetast, de vraag of het testament van vader nietig is, geen vermogensrechtelijk gevolg heeft.
Het hof zal daarom eerst de vraag beantwoorden of de overeenkomst van 7 juli 2009 nog kan worden aangetast.
Appellant heeft bij de inleidende dagvaarding van 10 december 2019, dus ruim 10 jaren na het sluiten van de overeenkomst, een beroep gedaan op vernietigbaarheid van de overeenkomst wegens dwaling ex art. 6:228 BW.
Hij had wel een vermoeden van het feit dat vader wilsonbekwaam was ten tijde van het passeren van het testament, maar had daarvoor nog geen bewijs.
In de periode 2013 – 2018 heeft appellant nader onderzoek gedaan.
Appellant heeft contact gezocht met medici die betrokken zijn geweest bij vader, heeft via de rechter (tevergeefs) geprobeerd het medisch dossier van vader in te mogen zien, en heeft uiteindelijk op basis van de voorhanden zijnde informatie aan prof. S gevraagd om een rapport te willen uitbrengen.
Op 5 augustus 2018 is dit rapport opgesteld.
Pas daarmee had appellant een (redelijke) mate van zekerheid dat zijn vermoedens ook waarheid waren, aldus appellant.
De overeenkomst die appellant wil aantasten is een verdelingsovereenkomst.
Art. 3:199 BW bepaalt dat de artikelen 6:228-230 BW op een verdeling niet van toepassing zijn.
Dat appellant geen beroep doet op dwaling over de waarde van de te verdelen goederen, maar zich er op beroept ten onrechte te zijn uitgegaan van de geldigheid van het testament en dus ook zijn onterving, oftewel dat hij heeft gedwaald over andere feiten en omstandigheden dan de waarde van de goederen, doet hier niet aan af; de uitsluiting van de dwalingsregeling ex art. 3:199 BW is niet beperkt tot gevallen waarin is gedwaald over de waarde van de te verdelen (verrekenen) goederen.
Ook het geval dat (beweerdelijk) is gedwaald over de geldigheid van het testament valt daaronder.
De vernietigbaarheid van een verdeling wegens dwaling wordt dus uitsluitend beheerst door art. 3:196 BW.
Appellant heeft zelf in de stukken gesteld dat er geen sprake is van benadeling voor meer dan een vierde gedeelte.
Hem komt dan ook – los van de vraag naar de reikwijdte van de afstandsverklaring en het vraagstuk van verjaring – geen beroep op vernietiging wegens dwaling toe.
Ten overvloede merkt het hof nog op dat voor een beroep op dwaling ex art. 6:228 BW, waar appellant (ten onrechte) een beroep op heeft gedaan, vereist is dat de handelende daadwerkelijk in dwaling verkeerde.
Indien de handelende twijfelt, kan niet worden gezegd dat hij in dwaling verkeert (“Waar twijfel begint, eindigt dwaling”).
Dwaling veronderstelt juist een gebrek aan onzekerheid.
Omdat appellant stelt steeds het vermoeden te hebben gehad dat vader niet wist wat hij deed, en appellant desondanks de verdelingsovereenkomst heeft getekend, komt hem ook om die reden geen beroep op dwaling toe.
Omdat appellant de overeenkomst niet kan vernietigen op grond van dwaling, komt het hof ook niet toe aan zijn vordering om in plaats van het uitspreken van de vernietiging, de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van zijn nadeel te wijzigen.
Aangezien, zoals het hof heeft overwogen, nietigverklaring van het testament in dit geval geen vermogensrechtelijk gevolg heeft, komt de vraag aan de orde welk belang appellant verder nog heeft bij de door hem verzochte verklaring voor recht dat het testament van vader nietig is.
Mogelijk heeft appellant nog een emotioneel belang (te denken valt aan genoegdoening of erkenning), maar een dergelijk belang – dat door appellant niet is gesteld – acht het hof in dit geval onvoldoende om een oordeel te geven over de wilsbekwaamheid en dus de eventuele nietigheid van het testament van vader.
Hoewel het hof begrijpt dat het voor appellant pijnlijk is geweest te moeten horen dat hij door vader is onterfd terwijl appellant dit niet had verwacht en ook niet vond passen bij zijn verstandhouding met vader, prevaleren de testeervrijheid van en de nagedachtenis aan vader boven een eventueel verlangen van appellant om zijn onterving uit 2006 achteraf – in 2022 – te laten ‘rechtzetten’.
Ten overvloede overweegt het hof dat appellant ter onderbouwing van zijn stelling dat vader ten tijde van het passeren van zijn testament wilsonbekwaam was, een rapport van prof. S heeft overgelegd.
Uit dit rapport blijkt dat S bij het opstellen hiervan alleen over zeer summiere feitelijke informatie uit de behandelende sector beschikte.
Er is weinig informatie beschikbaar uit de periode waarin het testament is gepasseerd.
De rapportage van S is onvoldoende onderbouwd en onvoldoende concreet, en kan niet worden aangemerkt als voldoende motivering van de stelling van appellant.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.
Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.