De Rechtbank Overijssel heeft onlangs uitspraak gedaan over het recht op inzage van bankrekeningen bij een tweetrapsmaking in een testament.

Erflater heeft in zijn testament een tweetrapsmaking opgenomen waarbij hij – kort gezegd – gedaagde tot enige erfgename heeft benoemd en heeft bepaald dat eisers pas erven van erflater op het moment dat gedaagde is overleden.

Gedaagde is in het testament ook benoemd tot executeur.

Gedaagde heeft de nalatenschap beneficiair aanvaard.

Tevens heeft zij de ruimschootsverklaring afgelegd.

Deze zaak gaat over een zogenaamde tweetrapsmaking in een testament, waarbij de partner tot enige en algeheel erfgenaam is benoemd (de bezwaarde) en alles wat de partner overhoudt na zijn/haar overlijden naar de kinderen van erflater (de verwachters) gaat.

Eisers verwijten gedaagde dat zij telkens niet voldoet aan haar verplichting om hen (volledige) informatie te verschaffen over het verloop van het vermogen van hun vader (erflater) en over het aanwezige vermogen van erflater op datum overlijden.

De door gedaagde wel verstrekte informatie laat zien dat er in de loop der jaren vermogen is weggevloeid terwijl daar geen verklaring voor is gegeven.

Om die reden vorderen eisers, hangende het geding, een aantal voorzieningen.

Erfrecht. Recht op informatie. Tweetrapsmaking in een testament. Recht op inzage en op afschriften van bankrekeningen. Incidentele vordering. Voorlopige voorziening.

De rechter oordeelt als volgt.

Eisers hebben voldoende processueel belang bij de incidentele vordering zoals gevorderd.

De gevraagde voorlopige voorziening hangt samen met de hoofdvordering en is gericht op een voorziening die voor de duur van de aanhangige bodemprocedure kan worden gegeven (artikel 223 Rv).

En dus moet worden beoordeeld of een afweging van de materiële belangen van partijen de gevorderde ordemaatregel rechtvaardigt.

De rechtbank is van oordeel dat dat ten aanzien van het subsidiair gevorderde het geval is.

Zij overweegt als volgt.

Een tweetrapsmaking is een making onder ontbindende voorwaarde en een daarbij aansluitende making onder opschortende voorwaarde, waarbij het vermaakte of het onverteerde deel daarvan op het tijdstip van overlijden van de bezwaarde of een eerder tijdstip toekomt aan de verwachter, onder de voorwaarde dat de verwachter dit tijdstip overleeft (art. 4:141 BW).

De wettelijke bepalingen van vruchtgebruik (titel 3.8 BW) zijn van overeenkomstige toepassing op de verhouding tussen de bezwaarde en de verwachter in een tweetrapserfstelling (art. 4:138 lid 2 BW).

Eisers willen (meer) informatie over het vermogen van erflater, hun vader.

Gedaagde is de bezwaarde erfgenaam (en tevens executeur) en dient daarom uit dien hoofde voor de verwachters eisers een nauwkeurige beschrijving te maken van het vermogen van erflater na diens overlijden.

Dat is van belang om te kunnen vaststellen wat het vermogen van gedaagde is en wat van erflater is verkregen.

Erflater en gedaagde hadden iedere gemeenschap van goederen uitgesloten.

Eisers willen voorkomen dat onduidelijk is wat de omvang en samenstelling van het vermogen zal zijn dat gedaagde als eigen vermogen nalaat en welk resterend vermogen van hun vader eisers als verwachters in ontvangst kunnen nemen.

In het testament heeft erflater het volgende bepaalt:

De bezwaarde is verplicht zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen één jaar na mijn overlijden, bij notariële akte een beschrijving op te maken van de verkrijging. De verwachter(s) heeft / hebben het recht op een afschrift van die akte, alsmede op een afschrift van de successie-aangifte en bij behorende gegevens” en verder “De bezwaarde is verplicht jaarlijks aan de verwachter een ondertekende, nauwkeurige opgave te zenden van de goederen die niet meer aanwezig zijn, van de goederen die daarvoor in de plaats zijn gekomen, en van de voordelen die de goederen hebben opgeleverd en die geen vruchten zijn”.

Van gedaagde mag dus worden verwacht dat zij de administratie van zowel haar eigen vermogen als dat van het bezwaarde vermogen van erflater doet.

Dat is een verplichting die voortvloeit uit de wet en het testament, die op haar rust na beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap.

Gedaagde heeft ter zitting van 28 maart 2023 de bereidheid uitgesproken mee te werken aan het verschaffen van meer informatie aan eisers.

Ter zitting hebben partijen afgesproken dat gedaagde binnen twee weken een machtiging zou ondertekenen, zodat eisers de gewenste informatie zelf zouden kunnen opvragen bij de Rabobank.

Gedaagde heeft echter geen gevolg gegeven aan die afspraak.

Eisers hebben daarop om een voortgezette mondelinge behandeling verzocht.

Ter zitting van 6 juni 2023 heeft gedaagde gesteld dat zij nog steeds de volle medewerking wil verlenen, maar dat de Rabobank niet wil meewerken aan de machtiging.

Gedaagde heeft dat laatste echter niet onderbouwd.

Bovendien is die medewerking voor het afgeven van de machtiging door gedaagde aan eisers de medewerking van de bank (nog) niet vereist.

De rechtbank stelt vast dat het eisers nog gaat om informatie van de bankrekening over de periode vanaf 7 april 2015 tot januari 2016.

Eisers hebben ter zitting van 6 juni 2023 namelijk verklaard de gegevens van die bankrekening vanaf januari 2016 wel te hebben ontvangen.

Volgens gedaagde heeft de Rabobank haar medegedeeld dat van die rekening over het jaar 2015 tot januari 2016 geen gegevens meer beschikbaar zijn, mogelijk omdat er geen mutaties zijn geweest.

De rechtbank kan die stelling, bij gebrek aan onderbouwing, niet verifiëren.

De rechtbank constateert dan ook dat gedaagde, ondanks haar uitgesproken bereidheid, haar medewerking niet heeft verleend aan de overeengekomen afgifte van de machtiging.

Gedaagde heeft ter zitting van 6 juni 2023 verklaard nog steeds haar volle medewerking te willen en zullen verlenen.

De rechtbank zal de subsidiair gevorderde voorziening dan ook toewijzen in die zin dat deze zal worden toegewezen over de periode vanaf 7 april 2015 tot januari 2016.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.