De Rechtbank Den Haag heeft op 27 juni 2022 uitspraak gedaan over de vraag of een testament nietig of vernietigbaar was vanwege de gestelde wilsonbekwaamheid bij de erflater op grond van een diagnose van Alzheimer (dementie).
De kernvraag die de rechtbank moet beantwoorden is of moeder de consequenties van de keuzes in haar testament heeft kunnen overzien en of zij daarin een zorgvuldige afweging heeft kunnen maken.
Als komt vast te staan dat dat niet het geval was, dan leidt dat tot nietigheid van het testament (artikel 3:34 BW).
Verder moet de rechtbank beoordelen of veronderstellingen van moeder over het legaat al dan niet juist zijn geweest en of zij, bij bekendheid met die onjuistheid, anders zou hebben besloten.
Als de onjuistheid komt vast te staan, brengt dat mee dat het testament op vordering moet worden vernietigd (artikel 4:43 lid 2 BW).
[eiseres], die zich beroept op rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten, draagt de stelplicht en bewijslast van die feiten en rechten (artikel 150 Rv).
Erfrecht. Nietig testament? Ontbreken van wil bij erflater? Vernietigbaar testament? Diagnose dementie. Wilsonbekwaamheid. Legaat. Stappenplan. Toetsing.
De rechter oordeelt als volgt.
De rechtbank is van oordeel dat eiseres niet met voldoende concrete feiten heeft onderbouwd dat moeder de consequenties van haar keuzes in haar testament niet meer heeft kunnen overzien of afwegen.
De rechtbank licht dat als volgt toe.
Eiseres wijst op de diagnose van de geriater in 2014 en de CIZ indicatie van mei 2015.
Dit zijn weliswaar medische gegevens die erop duiden dat moeder Alzheimer had, maar daarmee is nog niet gegeven dat moeder op 16 oktober 2015 niet meer in staat was om keuzes te maken omtrent de vererving van haar vermogen en deze te overzien.
Dat de goederen van moeder met ingang van augustus 2015 onder bewind zijn gesteld brengt ook niet automatisch mee dat moeder haar wil niet meer kon bepalen.
Tegenover deze door eiseres aangevoerde omstandigheden staat de verklaring van de notaris.
Uit die verklaring leidt de rechtbank af dat de notaris grondig en zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar die specifieke vraag: kon moeder haar wil nog bepalen, wist ze wat ze deed, kon ze de consequenties van haar keuzes overzien en een zorgvuldige afweging maken voor haar testament.
De notaris heeft daarbij inzichtelijk gemaakt dat én hoe zij het Stappenplan heeft toegepast bij haar beoordeling.
Zij heeft oog gehad voor de indicatoren die een notaris tot alertheid en voorzichtigheid moeten nopen.
Zij heeft deugdelijk en overtuigend onderbouwd waarom haar eigen bevindingen niet tot twijfel hebben geleid over de kernvraag en waarom een psychiatrisch/ geriatrisch onderzoek niet nodig was.
Zij heeft moeder in de vele gesprekken die zij hebben gehad bevraagd over haar wensen en beweegredenen daarvoor, daar bij herhaling bevestiging van gevraagd en die ook bij herhaling van moeder gekregen.
De notaris is naar aanleiding van haar onderzoek tot de conclusie gekomen, dat moeder in staat was haar wil te bepalen, keuzes te maken over de verkrijging van haar vermogen en dat zij de consequenties van haar keuzes in het testament heeft kunnen overzien.
De verklaring van de notaris overtuigt de rechtbank.
De rechtbank ziet in hetgeen eiseres heeft aangevoerd geen reden voor twijfel aan de juistheid van de conclusies van de notaris.
Veel van hetgeen eiseres heeft ingebracht over het handelen van de notaris berust op een onvolledige of onjuiste lezing van die verklaring of gaat daaraan voorbij.
Eiseres wijst op een zorgverslag uit september 2015, waarin staat dat moeder naar Spanje wil reizen om haar woning te verkopen.
Ook dat zorgverslag doet geen afbreuk aan de overtuiging van de rechtbank van de juistheid van de bevindingen van de notaris over de wensen van moeder.
Gedaagde heeft bovendien ter zitting een – naar het oordeel van de rechtbank afdoende – verklaring gegeven voor dit punt in het zorgverslag.
De overige door eiseres aangedragen omstandigheden, zoals de intensieve dagelijkse zorg die moeder nodig had, het gestelde handelen van gedaagde en een andersluidend testament uit 1999, zeggen niets over de vraag of moeder in oktober 2015 haar wil nog kon bepalen, zodat de rechtbank ook daaraan voorbij gaat.
De primaire vordering wordt daarom afgewezen.
Uit het citaat van de notaris leidt de rechtbank verder af dat moeder, anders dan eiseres meent, niet de veronderstelling noch de wens heeft gehad dat haar dochters in gelijke mate van haar vermogen zouden erven.
Het legaat zelf duidt daar ook niet op.
Dat eiseres mogelijk geen schilderij, sieraden of een postzegelverzameling van moeder heeft verkregen, althans dat deze volgens haar geen waarde hadden, betekent nog niet dat moeder onjuiste veronderstellingen heeft gehad in de zin van artikel 4:43 lid 2 BW of dat de notaris een en ander had moeten verifiëren.
Gedaagde heeft aangevoerd dat moeder meerdere beweegredenen heeft gehad voor haar keuzes.
De rechtbank ziet dit bevestigd in de verklaring van de notaris en in het gebruik van het woord ‘mede’ in de tekst van het legaat.
Ook op dit punt heeft eiseres haar stellingen niet voldoende concreet onderbouwd.
De subsidiaire vordering wordt daarom eveneens afgewezen.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.
Wilt u meer weten over de rechtsgeldigheid van een testament of over de nietigheid of vernietigbaarheid van een testament, bezoek dan onze website over het testament. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.