De Rechtbank Oost-Brabant heeft op 21 september 2022 uitspraak gedaan over de vraag of er op de juiste wijze aanspraak gemaakt was op een legaat van een voorkeursrecht van koop van aandelen.

Partijen zijn broers en zus van elkaar.

Deze zaak gaat over de afwikkeling van de nalatenschap van hun moeder.

De rechtbank behandelt in dit vonnis de vraag of gedaagde op tijd en op de juiste wijze aanspraak gemaakt op het legaat voorkeursrecht van koop?

Partijen zijn het er over eens dat de nalatenschap van moeder dient te worden verdeeld.

Een belangrijk punt van geschil, is de vraag of gedaagde tijdig en op de juiste wijze aanspraak heeft gemaakt op het aan hem gelegateerde voorkeursrecht, dan wel of dit voorkeursrecht inmiddels is komen te vervallen.

Dit punt zal daarom als eerste worden besproken.

Erfrecht. Legaat van voorkeursrecht van koop van aandelen in bedrijf. Vormvereisten. Tijdsbepaling. Vervaltermijn. Is op juiste wijze aanspraak gemaakt op het legaat van voorkeursrecht van koop van aandelen?

De rechter oordeelt als volgt.

Het aan gedaagde gelegateerde voorkeursrecht van koop van de aandelen van in het bedrijf.

In het testament van moeder is, onder de voorwaarde dat zij gelijktijdig of na vader zou komen te overlijden (aan welke voorwaarde is voldaan), ten behoeve van gedaagde een legaat opgenomen dat een voorkeursrecht van koop van de aandelen van bedrijf B bevat.

Aan de voorwaarde dat gedaagde op het moment van overlijden van moeder (kort gezegd) nog als advocaat in het arrondissement ’s-Hertogenbosch werkzaam zou zijn, is eveneens voldaan.

In het testament van moeder staan daarnaast een aantal procedurele stappen die binnen een bepaalde tijd gezet moeten worden als gedaagde gebruik wil maken van zijn voorkeursrecht.

Tussen gedaagde en overige gedaagde is in geschil of gedaagde tijdig en op de juiste wijze de voorgeschreven procedurele stappen heeft gezet.

Gedaagde heeft aangevoerd dat hij dat tijdig en op de juiste wijze heeft gedaan.

Overige gedaagde is het daar mee eens.

Overige gedaagde voert echter aan dat gedaagde niet tijdig en niet op de juiste wijze aanspraak heeft gemaakt op afgifte van het legaat.

Eiser refereert zich aan oordeel van de rechtbank.

De rechtbank overweegt als volgt.

In het testament van moeder is allereerst bepaald dat als gedaagde van het overnamerecht gebruik wil maken, hij verplicht is dat binnen twee maanden na het overlijden van moeder, dus uiterlijk op 8 november 2014, schriftelijk aan de overige erfgenamen mede te delen.

Gedaagde erkent dat hij niet binnen twee maanden na het overlijden van moeder een dergelijke schriftelijke mededeling aan de overige erfgenamen heeft gedaan.

Als toelichting voert gedaagde aan dat partijen een paar dagen na het overlijden van moeder naar het ouderlijk huis zijn gegaan, waar de notaris, in aanwezigheid van partijen, het testament van moeder heeft voorgelezen en daarbij ook het legaat heeft genoemd.

Gedaagde heeft, zo stelt hij, vervolgens direct gezegd dat hij het legaat aanvaarde en dat hij de woning wilde kopen.

Eiser bevestigt dat gedaagde heeft gezegd dat hij de woning wilde hebben.

Gedaagde geeft als verklaring voor het feit dat hij dit vervolgens (lees: binnen twee maanden na het overlijden van moeder) niet schriftelijk aan de mede-erfgenamen heeft medegedeeld, dat er voor hem geen reden was te veronderstellen dat iemand daar niet blij mee zou zijn.

Bij de notaris was het ook steeds het uitgangspunt dat gedaagde de woning zou kopen.

Overige gedaagde stelt dat er volgens hem bij het eerste gesprek bij de notaris niet over het legaat is gesproken.

Ook wijst deze gedaagde er op dat er op de dag van het overlijden van moeder een grote ruzie is ontstaan, waardoor de situatie erg gespannen was.

Dit wordt bevestigd door eiser.

Eiser verklaart dat deze ruzie onderhuids na sudderde.

De notaris was hiervan ook op de hoogte.

Overige gedaagde stelt voorts dat de tweede bespreking bij de notaris niet prettig was.

Gedaagde is toen erg boos op medegedaagde geworden.

Eiser heeft deze gedaagde daarom gevraagd de volgende keren niet meer aanwezig te zijn.

Het was geëscaleerd en ondanks pogingen van eiser en een voorstel tot mediation is de verstandhouding niet verbeterd en hebben partijen elkaar daarna niet meer gezien.

De rechtbank stelt vast dat gedaagde niet tijdig schriftelijk heeft laten weten aan de overige erfgenamen dat hij van het aan hem gelegateerde voorkeursrecht gebruik wilde maken.

De mondelinge mededeling van gedaagde dat hij de woning wilde hebben, een paar dagen na het overlijden van moeder op het kantoor van de notaris gedaan, is niet voldoende om tot de conclusie te komen dat gedaagde het legaat rechtsgeldig heeft aanvaard.

De rechtbank volgt gedaagde weliswaar in zijn stelling dat het er vooral om gaat dat het voor de overige erfgenamen duidelijk is dat gedaagde het legaat aanvaard, maar is van oordeel dat daar in deze zaak geen sprake van is.

Partijen hebben op de dag van het overlijden van moeder ruzie gekregen, hetgeen tot gevolg had dat er tijdens de eerste bespreking bij de notaris een gespannen sfeer hing.

Tijdens de tweede bespreking bij de notaris ontstond weer een enorme ruzie, wat voor eiser aanleiding was om overige gedaagde te vragen bij de volgende bijeenkomsten niet aanwezig te zijn.

Deze gedaagde is vervolgens ook niet meer bij de besprekingen aanwezig geweest.

Onder deze omstandigheden (meerdere ruzies, een gespannen sfeer en het verzoek aan overige gedaagde om niet meer bij toekomstige besprekingen aanwezig te zijn) is een mondelinge mededeling niet voldoende om de in het testament voorgeschreven schriftelijke mededeling te vervangen.

Ook als gedaagde duidelijk zou hebben gezegd dat hij van zijn voorkeursrecht gebruik wilde maken, valt niet uit te sluiten dat overige gedaagde dit niet gehoord heeft of dat deze mededeling niet tot hem is doorgedrongen.

Overige andere gedaagde en gedaagde hebben verklaard dat er alleen discussie was over de waarde van de aandelen.

De rechtbank overweegt dat het dan, gelet op de in het testament opgenomen termijnen, op de weg van gedaagde had gelegen om, als partijen niet binnen twee maanden na de aanvaarding van het legaat in onderling overleg de overnamesom hadden vastgesteld), stappen te zetten om deze waarde te laten vaststellen.

Uit het testament volgt dat gedaagde hierbij voortvarend diende te handelen, aangezien in artikel VII onder voorwaarde 10 staat dat het overnamerecht van gedaagde een jaar na het overlijden van moeder, dus in 2015, zou komen te vervallen.

De schriftelijke stukken (allemaal van na 2015), die door gedaagde en overige gedaagde als productie bij hun conclusie van antwoord zijn overgelegd, leiden niet tot een ander oordeel.

Datzelfde geldt voor de brief van gedaagde aan de notaris van 8 november 2015, die door overige gedaagde als productie 8 bij zijn conclusie van antwoord is overgelegd.

Uit geen van deze schriftelijke stukken volgt dat gedaagde tijdig en schriftelijk zijn wensen heeft kenbaar gemaakt.

Als gedaagde al in zijn standpunt dat het aan hem gelegateerde overnamerecht vervolgens weer is herleefd gevolgd moet worden, dan geldt dat dit recht, op grond van een vervaltermijn in het testament van moeder, een jaar na het overlijden van moeder is geëindigd, te weten in 2015.

De conclusie is dan ook dat gedaagde niet tijdig gebruik heeft gemaakt van het ten behoeve van hem opgemaakte legaat, zodat dit legaat is komen te vervallen.

De aandelen van in het bedrijf maken dan ook onderdeel uit van de nalatenschap van moeder

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.