De Rechtbank Noord-Holland heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of de erflater, die al lange tijd leefde in het Verenigd Koninkrijk, nog steeds een duurzame band had met Nederland.

Erflater is overleden in 2019.

Eiseres is de zus van erflater en is samen met B (de andere zus van erflater) erfgenaam van erflater.

Zij wonen allebei in Nederland.

Erflater heeft de Nederlandse nationaliteit en heeft in Nederland gestudeerd.

In augustus 1975 is verhuisd naar het Verenigd Koninkrijk (VK).

Erfrecht. Internationaal erfrecht. IPR. Vaste woon- of verblijfplaats. Verhuizing naar het Verenigd Koninkrijk. Heeft de erflater (nog steeds) een duurzame band met Nederland? Bewijs. Toetsing.

De rechter oordeelt als volgt.

Vaststaat dat erflater tussen zijn vertrek uit Nederland in 1975 tot en met – in ieder geval – 2014 niet in Nederland woonde en dat hij in 2014 enkele maanden en vanaf 5 januari 2015 tot aan zijn overlijden alleen naar Nederland is gekomen in verband met zijn ziekte MS, om hier de benodigde medische zorg te kunnen krijgen.

Naar het oordeel van de rechtbank bestond ten tijde van het overlijden van erflater een duurzame band van persoonlijke aard tussen erflater en Nederland en moet gelet daarop worden aangenomen dat erflater in Nederland woonde.

Daarbij acht de rechtbank het geloofwaardig dat erflater de wil en het gevoel had dat zijn verblijf in Nederland tijdelijk was, maar dat is niet doorslaggevend voor de vraag of iemand in Nederland woonde.

De wil heeft alleen betekenis voor zover deze uit de waarneembare feiten blijkt of daaruit kan worden afgeleid (Hoge Raad 18 juni 1952, B. 9247).

Aan het bestaan van een duurzame band van persoonlijke aard staat de wil om terug te keren naar het land van herkomst dus niet in de weg.

In het licht hiervan overweegt de rechtbank dat erflater niet de wil heeft gehad om ziek te zijn, maar wel de keuze heeft gemaakt om zich (uiteindelijk: langdurig) in Nederland te laten behandelen, waardoor hij ook de keuze heeft gemaakt om in Nederland te verblijven.

Dit volgt onder meer ook uit de omstandigheden dat erflater zich in de GBA in de gemeente heeft ingeschreven, een Nederlandse zorgverzekering heeft afgesloten en meerdere Nederlandse bankrekeningen had die, zoals verweerder heeft gesteld en hetgeen niet door eiseres is betwist, ook gebruikt werden door erflater, ook tijdens zijn verblijf in de zorginstelling gelet op de wisselende standen van de bankrekeningen in die periode.

Dat erflater in de GBA van de gemeente ingeschreven moest worden en een Nederlandse zorgverzekering moest afsluiten omdat hij in de zorginstelling anders niet behandeld kon worden, doet daar niet aan af.

Uiteindelijk heeft het laatste verblijf van erflater in Nederland vanaf zijn opname in januari 2015 tot aan zijn overlijden in 2019 meer dan vier jaar geduurd, waardoor naar het oordeel van de rechtbank ook gesproken kan worden van een duurzame band met Nederland.

Dat erflater zo spoedig mogelijk wenste terug te keren naar het VK acht de rechtbank zoals gezegd aannemelijk en begrijpelijk, maar onbekend is of dit ook haalbaar was.

Eiseres heeft hier niks over ingebracht.

Ook de verklaring van een medewerker van de zorginstelling acht de rechtbank daartoe onvoldoende, omdat hierin enkel is verklaard dat zijn behandeling erop gericht was om uiteindelijk terug te keren naar het VK, maar niet of en dat dit ook haalbaar was.

Daarbij merkt de rechtbank nog op dat ook onder de omstandigheid dat erflater zo spoedig mogelijk terug wenste te keren naar het VK, sprake kan zijn van inwonerschap in Nederland.

Om aan te nemen dat iemand in Nederland woont, is immers niet noodzakelijk dat het verblijf hier een permanent karakter heeft (Hoge Raad 1954, HR:1954:AY2814).

Voorts overweegt de rechtbank dat alle omstandigheden die er volgens eiseres op wijzen dat erflater zijn leven in het VK had aangehouden, niet afdoen aan het oordeel dat erflater gelet op (onder andere) de hiervoor genoemde relevante omstandigheden (ook) een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had.

Gelet op hetgeen hierboven is overwogen en alle feiten en omstandigheden tezamen bezien is naar het oordeel van de rechtbank door verweerder aannemelijk gemaakt dat erflater ten tijde van zijn overlijden in Nederland woonde.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.

Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.

Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.