De Rechtbank Noord-Holland heeft op 20 mei 2020 uitspraak gedaan over een incidentele vordering tot het afleggen van rekening en verantwoording.
Eiser en gedaagde zijn broer en zus.
Op 11 februari 2018 is hun moeder, erflaatster, overleden.
Eiser en gedaagde zijn moeders erfgenamen.
Eiser legt aan zijn vordering ten grondslag dat gedaagde na het overlijden van moeder de boedel heeft beheerd en afgewikkeld.
Artikel 3:173 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat een deelgenoot rekening en verantwoording kan vorderen van degene die het beheer heeft gevoerd.
Eiser stelt dat de gevorderde informatie noodzakelijk is om vast te stellen of de vereffening is voltooid en te komen tot de verdeling van de nalatenschap.
Gedaagde dient de transacties te verantwoorden door de grondslagen toe te lichten en deze te onderbouwen.
De roerende zaken van de nalatenschap heeft gedaagde onder zich genomen en in beheer.
De door gedaagde in de aangifte van de erfbelasting aan de belastingdienst opgegeven waarde daarvan komt niet overeen met die in haar correspondentie.
Gedaagde voert verweer tegen de incidentele vordering en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van eiser, althans tot afwijzing van de vordering.
Gedaagde voert aan dat eiser onvoldoende heeft gesteld, althans onderbouwd, op grond waarvan hij meent dat zijn vorderingen bij incident kunnen worden ingesteld.
Mogelijk heeft eiser bedoeld een provisionele vordering ex artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in te stellen, maar hij heeft niet voldaan aan de in dat artikel genoemde vereisten.
Erfrecht. Incidentele vordering tot afleggen van rekening en verantwoording. Vordering toegewezen. Geen gesloten stelsel van incidentele vorderingen.
De rechter oordeelt als volgt.
Anders dan gedaagde stelt, heeft eiser artikel 3:173 BW in de dagvaarding uitdrukkelijk als grondslag van de vordering vermeld.
Op grond van dit artikel kan ieder der deelgenoten van degene onder hen die voor de overige deelgenoten beheer heeft gevoerd, jaarlijks en in ieder geval bij het einde van het beheer rekening en verantwoording vorderen.
Vast staat dat gedaagde – overigens kennelijk na overleg – het beheer heeft gevoerd over de nalatenschap.
De Nederlandse wet kent geen gesloten stelsel van incidentele vorderingen.
Dit betekent dat ook een incidentele vordering tot het afleggen van rekening en verantwoording en een incidentele vordering tot het opmaken van een opgave van de roerende zaken kunnen worden aangemerkt als een incident in de zin van artikel 208 Rv.
De rechtbank acht het nuttig en vanuit processueel oogpunt tevens noodzakelijk dat gedaagde eerst zal overgaan tot het afleggen van rekening en verantwoording en het opmaken van een opgave van de roerende zaken, zodat op basis daarvan kan worden beslist op de vordering tot verdeling.
Dit betekent dat de incidentele vordering zal worden toegewezen, met dien verstande dat de rechtbank aanleiding ziet om gedaagde hiervoor een ruimere termijn dan twee weken te geven.
De zaak zal hiervoor naar de rol worden verwezen.
Voor het opleggen van een dwangsom ziet de rechtbank vooralsnog geen aanleiding, zodat dit deel van de vordering wordt afgewezen.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u een vraag aan onze advocaat kindsdeel over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, over het berekenen van de legitieme, of het afleggen van rekening en verantwoording in het erfrecht, belt u dan gerust onze advocaat kindsdeel op 020-3980150.
Wilt u meer weten over het kindsdeel, bezoek dan onze website over het kindsdeel. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.