De Rechtbank Amsterdam heeft onlangs uitspraak gedaan over de vraag of een executeur rekening en verantwoording diende af te leggen aan de erfgenamen over de omvang en samenstelling van een nalatenschap.
Erflater is overleden op 20 januari 2017.
Hij heeft op 13 januari 2017 een testament opgemaakt.
Daarin heeft hij eiser en gedaagden benoemd tot erfgenamen en enkele legaten.
Verder heeft hij in zijn testament gedaagde aangewezen als executeur en afwikkelingsbewindvoerder.
De taak van de executeur/afwikkelingsbewindvoerder is onder meer om een boedelbeschrijving op te maken, de nalatenschap te beheren en de schulden te voldoen.
De executeur/afwikkelingsbewindvoerder is blijkens het testament bevoegd de nalatenschap te verdelen.
Bij het einde van haar beheer is zij verplicht rekening en verantwoording af te leggen aan de erfgenamen.
De taak van de executeur/ afwikkelingsbewindvoerder eindigt op grond van het testament onder andere als vijf jaar zijn verstreken na het overlijden van de erflater.
Erfrecht. Executele. Afleggen van rekening en verantwoording door de executeur. Omvang en samenstelling van de nalatenschap. Opleggen van een dwangsom. Maximaliseren van de dwangsom.
De rechter oordeelt als volgt.
Partijen zijn het erover eens dat de taak van gedaagde als executeur en afwikkelingsbewindvoerder is geëindigd per 20 januari 2022.
In beginsel dient gedaagde dus rekening en verantwoording af te leggen en de goederen van de nalatenschap aan de erfgenamen ter beschikking te stellen.
Goederen van de nalatenschap
Gedaagde voert echter aan dat zij geen goederen in haar bezit heeft behalve een deel van de administratie van erflater.
Overige goederen van de nalatenschap, zoals inboedel en sieraden, zijn volgens haar al verdeeld.
Zo is een vakantiehuis in Tsjechië verkocht en de inboedel die in het vakantiehuis aanwezig was, opgeslagen in de boerderij in Tsjechië.
De boerderij is gelegateerd aan gedaagde en zij heeft daar toegang toe, aldus gedaagde.
Uit wat door partijen naar voren is gebracht, blijkt vrijwel niets over de omvang en samenstelling van de nalatenschap.
Evenmin is inzicht verkregen in welke goederen van de nalatenschap door gedaagde al aan erfgenamen of andere rechthebbenden ter beschikking zijn gesteld, welke goederen niet, waar die goederen zich bevinden en wat er aan het ter beschikking stellen daarvan aan de erfgenamen of andere rechthebbenden in de weg stond of staat.
Onder die omstandigheden is de vordering van eiser met betrekking tot het ter beschikking stellen of afdragen van de goederen van de nalatenschap aan haar te ongericht en onbepaald.
Verder is niet zonder meer duidelijk waarom (niet nader omschreven of geduide goederen) op vordering van eiser uitsluitend aan haar zouden moeten worden afgegeven en niet ook aan gedaagden die eveneens erfgenamen zijn.
Die vorderingen zijn daarom niet toewijsbaar.
Rekening en verantwoording
Partijen zijn tijdens de mondelinge behandeling overeengekomen dat gedaagde binnen acht weken na betekening van dit vonnis rekening en verantwoording zal afleggen.
In zoverre zal de rechtbank de vordering toewijzen.
Het is aan gedaagde om invulling te geven aan de rekening en verantwoording.
Daarbij geldt dat zij inzicht moet geven in de omvang en samenstelling van de nalatenschap en alle handelingen die zij in het kader van haar taken als executeur/afwikkelingsbewindvoerder heeft verricht, zodat aan de hand daarvan kan worden vastgesteld wat de stand van de afwikkeling van de nalatenschap is.
Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank voorzien in hetgeen is gevorderd zodat toewijzing van de afzonderlijke onderdelen daarvan achterwege zal worden gelaten.
De rechtbank zal daarbij bepalen dat gedaagde dwangsommen verbeurt als ze na acht weken nog geen rekening en verantwoording heeft afgelegd.
Gedaagde heeft namelijk tot nu toe geweigerd om aan de erflaters inzage te geven in het beheer van de nalatenschap.
Bovendien is er meer dan zeven jaar verstreken sinds het overlijden van erflater.
Eiser en gedaagden hebben er belang bij dat zij de nalatenschap zo snel mogelijk verder kunnen afwikkelen.
Gedaagde verzoekt de hoogte van de dwangsommen te beperken op grond van haar financiële omstandigheden.
Daarover heeft zij echter niets naar voren gebracht.
De rechtbank geeft hier desondanks in zoverre gehoor aan dat de hoogte van de dwangsom wordt bepaald op € 250,- per dag.
De waarde of het saldo van de nalatenschap is niet bekend.
Het is daarom niet duidelijk hoe die waarde of dat saldo zich verhouden tot het gevorderde maximum van de dwangsommen.
De dwangsommen moeten desondanks voldoende prikkel voor gedaagde zijn om het vonnis uit te voeren.
Het maximum van de te verbeuren dwangsommen wordt conform de vordering bepaald op € 50.000,-.
Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.
Heeft u een vraag aan onze advocaat verdeling erfenis over de vereffening of verdeling van een erfenis, over de uitleg van een testament of over de nietigheid van een testament, over de taken en bevoegdheden van de executeur, over het kindsdeel of over de legitieme, of over het berekenen van de legitieme, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.
Wilt u meer weten over de verdeling van een erfenis, bezoek dan onze website over de verdeling van een erfenis. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over het erfrecht, bezoek dan onze website. Klik dan hier.
Wilt u meer weten over ons advocatenkantoor? Klik dan hier.