Van onze advocaat verdeling erfenis. De Rechtbank Gelderland heeft op 7 februari 2018 uitspraak gedaan en regie gevoerd over de verkoop van een woning behorende in een nalatenschap. De erfgenamen wensen over te gaan tot de verdeling van de nalatenschap. De vereiste vereffening heeft echter nog niet volledig plaatsgevonden. De rechtbank voert regie bij de verkoop van de woning.

Gelet op de beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap door alle erfgenamen, moet de nalatenschap moet worden vereffend, tenzij er een tot voldoening van de opeisbare schulden en legaten bevoegde executeur is en deze kan aantonen dat de goederen der nalatenschap ruimschoots toereikend zijn om alle schulden der nalatenschap te voldoen. Van een dergelijke executeur is in dit geval niet gebleken.

Erfgenamen wensen over te gaan tot verdeling van nalatenschap. De vereiste vereffening heeft echter nog niet volledig plaatsgevonden. De rechtbank voert regie bij de verkoop van de woning.

De rechter oordeelt als volgt.

Uitgangspunt is dat de erfgenamen de vereffening van een beneficiair aanvaarde nalatenschap behoren te voltooien alvorens de nalatenschap te verdelen, teneinde te waarborgen dat de vorderingen van de schuldeisers van de nalatenschap zoveel mogelijk daadwerkelijk uit de nalatenschap worden voldaan.

Partijen wensen over te gaan tot verdeling van de nalatenschap. Vereffening heeft echter nog niet (volledig) plaatsgevonden.

De rechtbank kan echter wel regie in deze voeren (vgl. HR 19 mei 2017, HR:2017:939) en zal daartoe, gelet op het verhandelde ter zitting, overgaan.

Ter zitting is aangegeven dat partijen met name verdeeld houdt de (wijze van) verkoop van de woning. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.

Gedaagde, vertegenwoordigd door haar echtgenoot, heeft ter zitting voorgesteld dat makelaar B de verkoop van de woning zal begeleiden en dat daarbij een vraagprijs van € 535.000,00 en een minimumprijs van € 475.000,00 wordt gehanteerd.

De woning zou dan vanaf half april 2018 te koop moeten worden gezet. Er zou ingezet moeten worden op een hoog bedrag. Een hoge opbrengst heeft de voorkeur boven een spoedige verkoop, aldus de echtgenoot van gedaagde.

Zowel eiseres als gedaagde hebben zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de woning zo spoedig mogelijk moet worden verkocht tegen een marktconforme prijs.

Daarbij dient de WOZ-waarde van 2017 als uitgangspunt te worden genomen.

Zij hebben geen bezwaren tegen de inschakeling van makelaar B. De door gedaagde voorgestelde verkoopprijs is te hoog en dat zou onnodige vertraging kunnen veroorzaken.

Nu eiseres en gedaagde geen bezwaren hebben tegen inschakeling van makelaar B zal de rechtbank partijen gelasten ten behoeve van de verkoop van de woning hun medewerking aan de inschakeling van deze makelaar te verlenen.

Ter zitting is (onbetwist) naar voren gebracht dat de woning reeds twee jaren onbewoond is, dat al de nodige noodmaatregelen zijn uitgevoerd en dat de tuin onderhoud nodig heeft.

Aannemelijk is dat als een woning langer onbewoond is dit een waarde verminderend effect kan hebben.

Naar het oordeel van de rechtbank dient dan ook verdere vertraging te worden voorkomen.

Partijen zullen moeten toewerken naar een spoedig aanbod van de woning op de woningmarkt.

Partijen zijn het oneens over de te hanteren uitgangspunten bij deze verkoop.

De rechtbank overweegt dat een makelaar bij uitstek deskundig is in het bepalen van de marktwaarde van een woning, het meeste geschikte moment voor de verkoop en in het vaststellen van de benodigde werkzaamheden aan een huis dan wel tuin.

Gelet op deze (vooronderstelde) deskundigheid van de makelaar zal de rechtbank het aan de makelaar laten een verkoopstrategie en een voor partijen bindende vraag- en laatprijs te bepalen. Het een en ander ten behoeve van een spoedige verkoop tegen een marktconforme prijs. Partijen zullen zich aan de strategie en adviezen van de makelaar dienen te houden.

Na verkoop van de woning dienen partijen een nieuw voorstel tot verdeling te overleggen, waarin de (netto) opbrengst van de woning is opgenomen.

De rechtbank zal de zaak hiervoor naar de parkeerrol verwijzen en zal daarbij een ruime termijn aanhouden omdat zij niet verwacht dat voor de eerstvolgende parkeerrol de verkoop van de woning zal zijn afgerond en een nieuw verdelingsvoorstel zal zijn opgesteld.

Uiteraard staat het partijen vrij om de zaak eerder op de rol te doen plaatsen indien daartoe aanleiding bestaat.

Nu alle partijen de wens hebben dat de woning wordt verkocht en dat makelaar Bennink deze verkoop zal begeleiden, ziet de rechtbank in deze fase van de procedure geen aanleiding tot het opleggen van een dwangsom.

Wilt u de gehele uitspraak bekijken? Klik dan hier.

Heeft u een vraag over de vereffening en verdeling van een erfenis, over zuivere of beneficiaire aanvaarding of over de verkoop van een onroerende zaak uit de nalatenschap, onder de regie van de rechter, belt u dan gerust onze advocaat verdeling erfenis op 020-3980150.