Onze advocaat erfrecht wordt met enige regelmaat geconfronteerd met zaken waarin een erfgenaam onvindbaar is. Soms ook bestaat er wel een vermoeden van waar de erfgenaam (ook wel deelgenoot)  zich bevindt maar wordt er simpelweg nergens op gereageerd. Niet iedere erfgenaam is bereid zijn aandeel in ontvangst te nemen. Dat wordt nog ingewikkelder als iemand mogelijk in het buitenland verblijft. Wat dan?

Uitgangspunt is dat een nalatenschap niet verdeeld mag worden zonder dat alle deelgenoten bij die verdeling zijn betrokken. Iedere erfgenaam moet dus “meedoen”. Dat is extra belangrijk omdat een vordering tot verdeling niet verjaart. Verdelen zonder dat alle erfgenamen daarbij zijn betrokken heeft als risico dat iemand zich -theoretisch- 15 jaar na dato kan melden en alsnog verdeling -zijn of haar deel- kan vorderen. Om dat te voorkomen moeten de deelgenoten die wel willen meewerken naar de rechtbank.

De meeste welwillende deelgenoten in een nalatenschap ervaren het als zeer onrechtvaardig dat zij door de niet meewerkende erfgenaam op kosten worden gejaagd. Immers, zo’n procedure bij de rechtbank kost geld. Daarom is het van het grootste belang dat deze procedure begint met een zodanige dagvaarding dat een mondelinge behandeling niet nodig is en de rechtbank alleen maar met het gevraagde hoeft in te stemmen. (NB als de dwarsliggende of onvindbare deelgenoot in dit stadium zich alsnog meldt en verweer voert, wordt de kwestie natuurlijk anders).

Onlangs had onze advocaat  erfrecht een dergelijke kwestie aan de hand bij de Rechtbank Amsterdam. Het ging om een deelgenoot waar de overige deelgenoten al meer dan 30 jaar geen contact mee hadden gehad. Deze deelgenoot was bovendien destijds ook vertrokken naar het buitenland.

Er was geen executeur of vereffenaar. Dat betekent dat het deel van de onvindbare deelgenoot niet afgegeven kan worden aan de Staat. Bovendien zou ook in dat geval eerst een procedure tot verdeling moeten worden gevoerd om het deel  van de onvindbare deelgenoot af te kunnen geven aan de Staat.

In deze casus is de aan de rechtbank gevraagd om de verdeling vast te stellen. Daarnaast is gevraagd om één van de deelgenoten het bewind te laten voeren over het deel van de onvindbare deelgenoot. De wet schrijft voor dat een “onzijdig” persoon het deel van de onvindbare deelgenoot in ontvangst moet nemen. Desondanks is de rechtbank meegegaan in de benoeming van één van de deelgenoten tot onzijdig persoon. Dit alles hangt af van de specifieke omstandigheden en van de toelichting die aan de rechtbank wordt gegeven.

Ten slotte mag voor het bewind jaarlijks loon worden afgetrokken zodat het “potje” van de onvindbare deelgenoot langzaam leegloopt. Het voordeel daarvan is onder andere dat -ook wanneer de onvindbare deelgenoot zich nooit meer meldt- er op enig moment een eind aan het bewind komt.

Het is duidelijk, welwillende deelgenoten kunnen behoorlijk last hebben van een onvindbare of dwarsliggende deelgenoot. Het is lastig dat de wet voorschrijft dat alle deelgenoten aan een verdeling moeten meedoen, ook wanneer niemand weet waar zij zijn of wanneer zij simpelweg nergens op reageren. Gelukkig is er in de meeste gevallen een praktische oplossing die -bij een goede voorbereiding- niet altijd heel erg kostbaar hoeft te zijn.

Bent u ook deelgenoot in een nalatenschap waarin één van de erfgenamen onvindbaar is of niet wil meewerken? Onze advocaat erfrecht helpt u graag!