Van onze advocaat erfrecht. Op 8 januari 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan over de informatieplicht van de executeur.

Verzoekster wenst als legitimaris te worden voorzien van informatie, zodat zij haar legitieme portie kan berekenen. De advocaat verzoekt op grond van artikel 4:78 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW) de executeur op te roepen en hem te bevelen middels een aan te wijzen notaris te komen tot een boedelbeschrijving onder ede, opdat verzoekster haar legitieme portie kan berekenen en opstellen.

De legitimaris en de legitieme portie

Uit het verzoekschrift en hetgeen ter zitting is besproken, begrijpt de kantonrechter dat verzoekster in haar positie van legitimaris ten eerste informatie van de executeur wenst te krijgen die zij voor de berekening van haar legitieme portie nodig heeft.

Artikel 4:78 BW bepaalt:

  1. Een legitimaris die niet erfgenaam is, kan tegenover de erfgenamen en met het beheer der nalatenschap belaste executeurs aanspraak maken op inzage en een afschrift van alle bescheiden die hij voor de berekening van zijn legitieme portie behoeft; zij verstrekken hem desverlangd alle daartoe strekkende inlichtingen.
  2. Op zijn verzoek kan de kantonrechter een of meer der erfgenamen en met het beheer der nalatenschap belaste executeurs doen oproepen ten einde de deugdelijkheid van de boedelbeschrijving in tegenwoordigheid van de verzoeker onder ede te bevestigen.

Recht op informatie van de legitimaris en de berekening van de legitieme

De kantonrechter overweegt dat ook al is een legitimaris geen erfgenaam, hij toch recht heeft op informatie om te kunnen berekenen hoe groot zijn legitieme portie is. Hij kan daartoe de erfgenamen en de executeur aanspreken. Uit de bewoordingen alle daartoe strekkende inlichtingen in artikel 4:78 lid 1 BW kan afgeleid worden dat dit begrip weliswaar zo ruim mogelijk moet worden uitgelegd, maar dat het wel beperkt is tot de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de legitieme portie. Artikel 4:65 BW bepaalt dat de legitieme portie wordt berekend over de waarde van de goederen der nalatenschap, welke waarde wordt vermeerderd met de bij deze berekening in aanmerking te nemen giften en verminderd met de schulden vermeld in artikel 4:7 lid 1 onder a tot en met c en f BW.

Informatieplicht van de executeur

De kantonrechter heeft de e-mail van de executeur van 13 november 2015 met bijlagen bestudeerd. Een bijlage daarbij is onder andere de brief van 7 oktober 2015 van de executeur aan verzoekster met daarbij een overzicht van tot de nalatenschap behorende banktegoeden, roerende goederen, kosten, vorderingen en schulden. De kantonrechter vat dit overzicht op als voorlopige boedelbeschrijving. De kantonrechter constateert dat bij dat overzicht geen bescheiden zijn gevoegd aan de hand waarvan verzoekster de in het overzicht vermelde bedragen kan controleren. Verzoekster heeft op grond van artikel 4:78 lid 1 BW wel recht op een afschrift van die bescheiden. De kantonrechter zal de executeur daarom veroordelen tot het verstrekken van een afschrift van de volgende bescheiden, daarbij de volgorde in het overzicht van verweerder volgende:

– de aangifte en, zodra aanwezig, de aanslag erfbelasting.

Verweerder heeft ter zitting aangegeven op te treden als executeur van de nalatenschap. Verder heeft hij aangegeven niet kenbaar te willen maken wie de erfgenamen van erflaatster zijn en hij heeft zich daartoe beroepen op de Wet op het notarisambt. De kantonrechter neemt aan dat de executeur doelt op artikel 49 lid 2 Wet op het notarisambt. De kantonrechter overweegt dat verzoekster ervan op de hoogte dient te zijn wie de erfgenamen van erflaatster zijn, zodat zij weet op wie zij haar legitieme portie kan verhalen.

Dit maakt dat niets eraan in de weg staat dat verzoekster een afschrift ontvangt van de aangifte erfbelasting, waarop het door verweerder verstrekte overzicht is gebaseerd; bankafschriften (of een print van de internetpagina’s) van de ING Betaal- en Beleggingsrekening op de sterfdatum van erflaatster; bankafschriften (of een print van de internetpagina’s) van de schenkingen die binnen 180 dagen voor het overlijden zijn verricht ad € 9.499,-; (voorlopige) aanslagen Inkomstenbelasting 2014 en 2015.

Verder zal de kantonrechter verweerder veroordelen tot het verstrekken van informatie over:

giften als bedoeld in artikel 4:67 BW en indien verricht dient verweerder afschriften van bankafschriften (of een print van de internetpagina’s) te verstrekken waaruit die giften blijken; levensverzekeringen en indien aanwezig dient verweerder afschriften van de polissen te verstrekken; de eigen woning en indien aanwezig dient verweerder een afschrift te verstrekken van de laatste woz-beschikking.

Bevel tot opmaken van boedelbeschrijving door de executeur

 Uit het verzoekschrift en hetgeen ter zitting is besproken, begrijpt de kantonrechter dat verzoekster in haar positie van legitimaris ten tweede aan de kantonrechter verzoekt om een bevel tot het opmaken van een boedelbeschrijving door een bij dat bevel aan te wijzen notaris. De wettelijke grondslag voor dat verzoek is artikel 672 Rv. Gelet op artikel 674 Rv zal ingeval van een notariële beschrijving de eed moeten worden afgelegd in handen van de notaris.

Op grond van artikel 4:146 lid 2 BW moet de executeur een boedelbeschrijving opmaken met inbegrip van een voorlopige staat van de schulden der nalatenschap. De kantonrechter heeft het door de executeur verstrekte overzicht als voorlopige boedelbeschrijving aangemerkt. Omdat niet gemotiveerd is waarom verzoekster belang heeft bij een notariële boedelbeschrijving of bij het afleggen van de eed en verweerder inmiddels een voorlopige boedelbeschrijving heeft verstrekt aan verzoekster, zal de kantonrechter het verzoek tot het bevelen van een boedelbeschrijving door een bij dat bevel aan te wijzen notaris afwijzen.

Indien U vragen heeft over de executeur in het erfrecht of over een nalatenschap in het erfrecht belt u dan onze advocaat erfrecht op 020-3980150 of stelt u hier een vraag aan onze advocaat erfrecht.