Van onze advocaat erfrecht. Onlangs heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de inhoud en de reikwijdte van de beheersbevoegdheid van de executeur.
Onverminderd door erflater aan de executeur opgelegde testamentaire lasten is de taak van de executeur beperkt tot het beheer van de goederen van de nalatenschap en het voldoen van de schulden der nalatenschap, die tijdens zijn beheer uit die goederen behoren te worden voldaan (artikel 4:144 lid 1 BW). De erflater kan in zijn testament de bevoegdheden van een executeur beperken, maar niet verruimen. De erflater kan wel de executeur benoemen tot testamentair bewindvoerder, die ruimere bevoegdheden heeft. Aan deze benoeming door erflater is geen uitvoering gegeven.
De executeur is met uitsluiting van anderen bevoegd tot het beheer van de goederen van de nalatenschap. Hij mag op grond van deze bevoegdheid het beheer naar eigen inzicht voeren en de keuzes maken die hem ten behoeve van dat beheer geraden voorkomen, zij het dat hij daarbij de zorg van een goed executeur moet betrachten (HR 21 november 2008, NJ 2009/116). Voor de aan het beheer te ontlenen bevoegdheden kan voorts aansluiting worden gezocht bij artikel 3:170 lid 2 BW. Volgens deze bepaling zijn onder beheer begrepen alle handelingen die voor de normale exploitatie van het goed dienstig kunnen zijn; dit omvat ook daden van beschikking die door een normale exploitatie van het goed worden gevorderd. Voor het beheer door de executeur gelden verder de artikelen 4:145 tot en met 4:148 BW. De executeur moet met bekwame spoed een boedelbeschrijving opstellen met inbegrip van een voorlopige staat van de schulden van de nalatenschap (artikel 146 lid 2 BW). Het instellen van een vordering tot verdeling valt buiten de reikwijdte van de beheersbevoegdheid van de executeur; uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de wetgever de taakomschrijving van de executeur bewust niet heeft uitgebreid tot de bevoegdheid de nalatenschap in staat van verdeling te brengen of zelfs te verdelen. Tot het beheer behoort het uitoefenen van stemrecht op aandelen in een N.V. of een B.V. die tot de nalatenschap behoren, ongeacht het voorstel waarover wordt gestemd. Bij de uitoefening van zijn bevoegdheid tot zelfstandig beheer kan van de executeur worden verwacht dat hij maatregelen treft ter voorkoming van dreigend nadeel voor erfgenamen. De executeur schiet tekort in zijn taak als hij bij de uitoefening van zijn zelfstandige beheersbevoegdheid maatregelen neemt die de erfgenamen benadelen. Daarbij geldt dat het enkele feit dat sprake is van nadeel, onvoldoende is om te kunnen concluderen dat de executeur is tekortgeschoten in zijn taakuitoefening (HR 21 november 2008, NJ 2009,116 waar nadeel bij verkoop van een aandelenportefeuille aan de orde was).
De verplichting van de executeur de schulden van de nalatenschap te voldoen is beperkt tot de schulden die tijdens zijn beheer uit de goederen der nalatenschap behoren te worden voldaan. De executeur kan in dit verband legaten afgeven. Zolang de nalatenschap niet zuiver is aanvaard geschiedt de afgifte van legaten op verantwoordelijkheid van de executeur. Als later blijkt dat de nalatenschap niet toereikend is geweest, zal de executeur de nalatenschap schadeloos moeten stellen voor de ten onrechte betaalde schulden.
De executeur oefent zijn bevoegdheden zelfstandig uit. Wel is de executeur gedurende de uitoefening van zijn beheerstaak verplicht om de erfgenamen inlichtingen te verschaffen over de uitoefening van zijn taak (artikel 4:148 BW). Als de executeur in overleg met de erfgenamen en met hun instemming of op hun advies handelt bij de uitoefening van zijn taak, kan hij niet jegens de erfgenamen aansprakelijk worden gehouden voor het nadeel als gevolg van zijn handelen.
Indien U vragen heeft aan onze advocaat over de executeur in het erfrecht of over een nalatenschap in het erfrecht belt u dan onze advocaat erfrecht op 020-3980150 of stelt u hier een vraag aan onze advocaat erfrecht.