Van onze advocaat erfrecht. Onlangs heeft het gerechtshof Den Haag uitspraak gedaan over de bevoegdheid van de executeur om namens de nalatenschap in rechte op te treden.

In zijn testament heeft de erflater bepaald dat (onder meer) de navolgende bepalingen van toepassing zijn op de executele:

De executeur heeft tot taak de goederen van de nalatenschap te beheren en de schulden van de nalatenschap te voldoen, die tijdens zijn beheer uit die goederen behoren te worden voldaan. De executeur is derhalve, voor zover van toepassing, onder meer bevoegd legaten af te geven, aan verblijvingsbedingen en overnemingsbedingen uitvoering te geven en schulden ter zake van legitieme porties uit te keren.

Gedurende zijn beheer vertegenwoordigt hij bij de vervulling van zijn taak de erfgenamen.

De erfgenamen kunnen niet zonder medewerking van de executeur of machtiging van de kantonrechter, over die goederen of hun aandeel daarin beschikken, voordat zijn bevoegdheid tot beheer is geëindigd.

De executeur is bevoegd de door zijn beheerde goederen te gelde te maken, voor zover dit nodig is voor de tot zijn taak behorende voldoening van schulden der nalatenschap. De executeur treedt omtrent de keuze van de te gelde te maken goederen en de wijze van tegeldemaking niet in overleg met de erfgenamen.

Het hof overweegt als volgt. Uit hetgeen het hof hiervoor heeft overwogen volgt dat beide partijen zich bewust zijn geweest dan wel bewust hadden kunnen zijn van de taken en bevoegdheden van de executeur.

Op grond van artikel 4:145 lid 2 BW vertegenwoordigt de executeur gedurende zijn beheer de erfgenamen in en buiten rechte. Bijzonder aan deze vertegenwoordigingsbevoegdheid van de executeur is, dat deze vertegenwoordigingsbevoegdheid privatief is, en dat de erfgenamen gedurende zijn beheer in beginsel beschikkingsonbevoegd zijn. Uit de parlementaire geschiedenis volgt zelfs dat de onbevoegdheid van de erfgenamen om zonder medewerking van de met het beheer belaste executeur te beschikken meteen bij het openvallen van de nalatenschap intreedt, dus zelfs nog voordat de executeur zijn benoeming heeft aanvaard.

Daden van beheer ter zake van de nalatenschap zijn de erfgenamen niet toegestaan. Indien er een bevoegde executeur is, zoals in dit geval, is een erfgenaam niet bevoegd zelfstandig in rechte op te treden noch als eiser noch gedaagde. Geïntimeerde wist als legitimaris dat er een executeur was benoemd. Uit de executele volgt expliciet dat het tot de taak van de executeur behoort om legaten af te geven, uitvoering te geven aan verblijving- en overnemingsbedingen en schulden ter zake van legitieme porties uit te keren. Ter zake van zijn aanspraak op zijn legitieme portie had geïntimeerde zijn legitimaire vordering dienen te richten tot de executeur aangezien deze een privatieve vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft en derhalve met uitsluiting van de erfgenamen ter zake bevoegd is. Met betrekking tot de vordering van de advocaat van appellanten geldt dat die vordering in rechte ingesteld had dienen te worden door de executeur; zij zijn daartoe zelf onbevoegd.

Indien U vragen heeft aan onze advocaat over de executeur in het erfrecht of over een nalatenschap in het erfrecht belt u dan onze advocaat erfrecht op 020-3980150 of stelt u hier een vraag aan onze advocaat erfrecht.