Van onze advocaat bestuurdersaansprakelijkheid. Op 18 april 2017 heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch uitspraak gedaan over de administratie- en boekhoudplicht van een onderneming en de bestuurders-aansprakelijkheid bij faillissement.

Onbehoorlijke taakvervulling

De curator voert aan dat geïntimeerde zijn taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld in de zin van artikel 2:248 lid 1 BW. Hierbij dient in acht te worden genomen dat geïntimeerde als bestuurder is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichting van de vermogenstoestand van de onderneming op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de onderneming kunnen worden gekend (artikel 2:10 lid 1 BW). Aldus geldt volgens de curator het vermoeden van artikel 2:248 lid 2 BW.

De advocaat van de geïntimeerde voert in aan dat de bestuurder met een druk op de knop te allen tijde kon weten welke rechten en plichten de onderneming had, dat de volledige boekhouding tot de faillissementsdatum beschikbaar was op een CD. Meer dan dat heeft geïntimeerde niet overgelegd. Daar waar het voor hem duidelijk had moeten zijn dat de curator kennelijk niet in staat was om de knop te vinden waarop volgens geïntimeerde slechts gedrukt hoefde te worden om inzage te krijgen in alle rechten en plichten van de onderneming, was het aan geïntimeerde om de curator hierover uitleg te geven of in elk geval de kennelijk in zijn bezit zijnde volledige boekhouding in het geding te brengen.

Dat heeft hij niet gedaan, zodat hij, gelet op de weinige stukken die hij heeft overgelegd terwijl hij zelf heeft gesteld die stukken onder zich te hebben, de stelling van de curator dat sprake is van het niet nakomen van de verplichting van artikel 2:10 BW onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. Het hof houdt het er dan ook voor dat hij niet aan de verplichting van artikel 2:10 lid 1 BW heeft voldaan. Indien geïntimeerde zijn verplichting uit artikel 2:10 lid 1 BW op een juiste manier was nagekomen, had dit uit de boekhouding moeten blijken.

Gelet op het vorenstaande staat vast dat geïntimeerde als bestuurder van de onderneming niet heeft voldaan aan zijn verplichting uit artikel 2:10 BW. Dit betekent op grond van artikel 2:248 lid 2 BW dat hij zijn taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld en dat wordt vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement van de onderneming.

Onbelangrijk verzuim

Indien deze onjuiste nakoming van de verplichting uit artikel 2:10 BW echter een onbelangrijk verzuim is, wordt deze niet in aanmerking genomen. Van een onbelangrijk verzuim is sprake indien het niet voldoen aan die verplichting in de omstandigheden van het geval niet erop wijst dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld (HR 1 november 2013, HR:2013:1079). Dit is met name het geval indien voor het verzuim een aanvaardbare verklaring bestaat, waarbij het bij de beantwoording van de vraag of genoemde tekortkoming als een onbelangrijk verzuim kan gelden, afhangt van de omstandigheden van het geval. Stelplicht en bewijslast van een en ander rust op geïntimeerde als de aangesproken bestuurder. De advocaat van de geïntimeerde heeft echter geen feiten aangevoerd waaruit valt af te leiden dat de hiervoor vastgestelde schending van de boekhoudplicht kan worden aangemerkt als een onbelangrijk verzuim. Dit betekent dus dat er ingevolge het bepaalde in artikel 2:248 lid 2 BW van moet worden uitgegaan dat geïntimeerde als bestuurder van de onderneming zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en dat wordt vermoed dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak is van het faillissement.

Het vermoeden dat onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement is kan door geïntimeerde worden ontzenuwd, waartoe voldoende is dat hij aannemelijk maakt dat andere feiten of omstandigheden dan zijn onbehoorlijke taakvervulling een belangrijke oorzaak van het faillissement van de onderneming zijn geweest (HR 20 oktober 2006, NJ 2007, 2).

Heeft u vragen over bestuurdersaansprakelijkheid in het ondernemingsrecht of over de administratie- en boekhoudverplichting, belt u dan gerust onze advocaat bestuurdersaansprakelijkheid op 020-3980150.